Paragrafen

Financiering

Wettelijke normen

In de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) zijn drie wettelijke normen opgenomen waaraan de gemeente moet voldoen:

1.   tijdelijk overtollige middelen moeten boven een vastgestelde drempel worden aangehouden in ‘s Rijks schatkist (zie 7.1);
2.   bij het aantrekken van korte leningen (met looptijd tot één jaar) mag het gemiddelde saldo de kasgeldlimiet niet langdurig overschrijden (zie 7.2);
3.   het saldo aan aflossingen en renteherzieningen op de bestaande portefeuille lange leningen (met looptijd van één jaar of langer) mag in enig jaar niet hoger zijn dan de renterisiconorm (zie 7.3).

7.1 Drempel schatkistbankieren
Om de staatsschuld te beperken moeten gemeenten liquide middelen aanhouden in de schatkist bij het Rijk of uitzetten bij medeoverheden. Om te voorkomen dat onverwachte ontvangsten en uitgestelde betalingen direct leiden tot onrechtmatigheid mag er bij gemeenten een beperkt positief saldo op de bankrekeningen aanwezig zijn. Gemiddeld per kwartaal mag dit saldo niet meer zijn dan een vastgesteld drempelbedrag. Het drempelbedrag is gerelateerd aan de omvang van de begroting, 2% over de eerste schijf van € 500 mln. en 0,2% over het meerdere daarboven. Voor 2023 kwam het drempelbedrag voor de gemeente Den Haag uit op € 14,9 mln. Indien de gemiddelde banksaldi boven deze drempel komen, worden deze middelen in de schatkist van het Rijk aangehouden. Dagelijks wordt het saldo op de verschillende bankrekeningen bepaald en een positief saldo wordt overgeboekt naar de schatkistrekening. Door deze strakke sturing op de liquiditeitspositie bleven de gemiddelde banksaldi ruim onder de drempel en is daarmee geheel 2023 voldaan aan deze norm.

bedrag x € 1 mln.

Drempelbedrag schatkistbankieren 2023

Q1

Q2

Q3

Q4

Grondslag voor norm: omvang oorspronkelijke begroting

2.954

2.954

2.954

2954,0

Drempelbedrag o.g.v. Wet fido

14,9

14,9

14,9

14,9

Gemiddelde omvang banksaldi

3,5

2,9

1,5

1,1

Ruimte (+) / overschrijding (-)

11,4

12,0

13,4

13,8

 

7.2 Kasgeldlimiet
De gemeente mag haar activiteiten niet onbeperkt met kort geld financieren. In de Wet fido is hiervoor de kasgeldlimiet opgenomen, waarmee een maximum wordt gesteld aan de netto kortlopende schuld. De kasgeldlimiet is gelijk aan 8,5% van het begrotingstotaal van de oorspronkelijke begroting en bedroeg € 251 mln. in 2023.  De kasgeldlimiet wordt getoetst aan het kwartaalgemiddelde van de netto vlottende schulden en mag niet meer dan drie achtereenvolgende kwartalen overschreden worden. Bij een dreigende structurele overschrijding van de kasgeldlimiet worden nieuwe lange leningen aangetrokken. Het kwartaalgemiddelde in het eerste kwartaal bedroeg € 487,3 mln., het tweedekwartaal € 483 mln., het derde kwartaal € 689 mln. en het vierde kwartaal € 771 mln.. In 2023 is voldaan aan de vereisten uit de Wet fido met betrekking tot de kasgeldlimiet. Geen enkel kwartaal is de kasgeldlimiet overschreden. De gemeente had geen (enkele dag een) liquiditeitsbehoefte. Geheel 2023 was er namelijk een liquiditeitsoverschot.

7.3 Renterisiconorm
Bij de structurering van de lange schuld moet de gemeente rekening houden met de renterisiconorm. Deze norm heeft als doel het toekomstig renterisico te beperken door de aflossingen en renteherzieningen te spreiden. Voorkomen moet worden dat er in enig jaar een te grote concentratie plaatsvindt van herfinanciering van aflossingen en renteherzieningen op lopende leningen. Het renterisicobedrag wordt volgens de Wet fido berekend als de som van de renteherzieningen en de aflossingen. Het totale renterisicobedrag mag niet groter zijn dan 20% van het begrotingstotaal van de oorspronkelijke begroting. Het renterisicobedrag op de langlopende schuld kwam in 2023 uit op 113 mln. en bleef daarmee ruim onder de gestelde norm (€ 591 mln.). Bij het aantrekken van nieuwe langlopende leningen wordt er nadrukkelijk rekening mee gehouden dat het risicobedrag ook in de volgende jaren onder de renterisiconorm blijft.

bedrag x € 1 mln.

Renterisiconorm

Jaarrekening 2023

Begroting 2023

Grondslag voor norm: omvang oorspronkelijke begroting

2.954

2.954

Renterisiconorm o.g.v. Wet fido: 20% van grondslag

591

591

Renteherzieningen

0

0

Aflossingen*

113

103

Risicobedrag

113

103

In % begroting

3,8%

3,5%

Ruimte (+) / overschrijding (-)

478

488

*Het verschil wordt veroorzaakt door het gedeeltelijk vervroegd aflossen van een door de gemeente opgenomen lening met € 10 mln. t.b.v. Grondexploitatiemaatschappij Vroondaal C.V. (zie ook 3.2.2).

Deze pagina is gebouwd op 09/02/2024 14:26:02 met de export van 09/02/2024 14:17:44