Algemeen

Programmarekening op hoofdlijnen

1.1 Programmarekening op hoofdlijnen

Zoals in het voorwoord aangegeven was 2023 een jaar van uitdagingen. Een jaar waarin de naweeën van de crisissen uit 2022 nog voelbaar waren in de stad. Zo hebben we te maken gehad met flinke prijsstijgingen, groeiende energielasten en tekorten aan materialen. Dit heeft als gevolg dat niet alle geplande activiteiten konden worden uitgevoerd.

De gemeente Den Haag heeft in 2023 in totaal € 3,4 mld. ontvangen en € 3,4 mld. uitgeven. Over 2023 is een voordelig resultaat behaald van € 31,3 mln. Dit is 0,9 % van de totale lasten. In het vervolg van dit hoofdstuk zullen wij hier dieper op ingaan.

In dit hoofdstuk geven we inzicht in de programmarekening. Dit doen we aan de hand van vier thema’s:

  1. De inkomsten en uitgaven in 2023 bedragen circa € 3,4 mld. Hoe heeft de gemeente deze inkomsten verkregen en waar zijn middelen aan besteed?
  2. Het resultaat over 2023. De gemeente sluit het jaar af met een voordeel van € 31,3 mln. Dit wordt op hoofdlijnen toegelicht.
  3. Afwijkingen op de realisatie van investeringen in 2023. Er wordt kort toegelicht waar er meer of minder geïnvesteerd is dan vooraf was begroot.
  4. De financiële positie van de gemeente. Hier wordt meer toegelicht over de weerbaarheid van de gemeente: de mogelijkheid om financiële klappen te kunnen incasseren zonder in te grijpen in het beleid.

Inkomsten en uitgaven 2023
Den Haag is een grote gemeente. Hier horen grote opgaven en omvangrijke lasten en investeringen bij. De inkomsten bedroegen in 2023 € 3.478 mln. (99% van de begrote inkomsten) en zijn als volgt opgebouwd:

De inkomsten komen grotendeels vanuit het Rijk. Het gaat hierbij om de gemeentefondsuitkering           ( € 1,7 mld.) en de middelen die we van het Rijk ontvangen met een specifiek bestedingsdoel, zoals de budgetten voor bijstand. Een deel van de inkomsten kwam van burgers en bedrijven. Dit zijn belastingen zoals OZB, parkeer- en toeristenbelastingen die de gemeente zelf heft. Daarnaast ontvangt de gemeente inkomsten uit tarieven voor activiteiten zoals de afgifte van vergunningen, ophalen van huisvuil en het verstrekken van paspoorten. Verder wordt een aanzienlijk deel van de activiteiten bekostigd uit reserves met eigen spaargeld.

De uitgaven bedroegen in 2023: € 3.445 mln. (98% van de begrote uitgaven) en zijn als volgt verdeeld over de verschillende programma's:

De grootste uitgaven vinden zich plaats in het sociaal domein, met name voor werk en inkomen, en zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid. Voor werk en inkomen gaat het o.a. om uitgaven voor bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen. De uitvangen voor zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid hebben o.a. betrekking op uitgaven voor WMO-voorzieningen, jeugdhulp, jeugdgezondheidszorg en beschermd wonen. Andere grote uitgavenposten zijn de fysieke omgeving (buitenruimte, mobiliteit, stadsontwikkeling en duurzaamheid) en de overhead. In hoofdstuk 2 wordt uitgebreid ingegaan op de manier waarop het geld ingezet is.

Resultaat 2023

Het resultaat ten opzichte van de bijgestelde begroting bedraagt € 31,3 mln. voordelig. Dit is 0,9% van de totale uitgaven (€ 3,4 mld.) over 2023.

(incl. toevoegingen en onttrekkingen, bedragen x € 1.000,-)

Begroting 2023

Rekening 2023

Resultaat

Programma

Saldo

Lasten

Baten

Saldo

2023

01 - Gemeenteraad

15.219

N

14.660

307

14.353

N

865

V

02 - College en bestuur

19.821

N

18.887

98

18.789

N

1.032

V

03 - Duurzaamheid, milieu en energietransitie

43.378

N

47.019

17.118

29.901

N

13.478

V

04 - Openbare orde en veiligheid

65.303

N

72.032

11.366

60.667

N

4.637

V

05 - Cultuur en bibliotheek

128.887

N

137.405

13.504

123.901

N

4.986

V

06 - Onderwijs

93.533

N

152.614

61.587

91.027

N

2.506

V

07 - Werk en inkomen

247.956

N

743.701

464.122

279.579

N

31.623

N

08 - Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid

606.448

N

738.397

139.287

599.111

N

7.337

V

09 - Buitenruimte

120.934

N

300.082

191.890

108.191

N

12.743

V

10 - Sport

54.744

N

82.103

30.229

51.874

N

2.870

V

11 - Economie

29.199

N

33.077

6.458

26.620

N

2.579

V

12 - Mobiliteit

15.954

N

116.649

116.950

300

V

16.254

V

13 - Stadsontwikkeling en wonen

55.731

N

180.528

102.713

77.816

N

22.085

N

14 - Stadsdelen, integratie en dienstverlening

108.850

N

129.030

18.565

110.465

N

1.614

N

15 - Financiën

1.969.631

V

301.750

2.289.615

1.987.864

V

18.233

V

16 - Overhead

363.675

N

376.771

12.215

364.556

N

882

N

Totaal

0

3.444.705

3.476.023

31.317

V

31.317

V

Een uitgebreide analyse van de behaalde beleidsresultaten en financiële resultaten wordt gegeven in hoofdstuk 2 van deze programmarekening. In deze paragraaf wordt het resultaat op hoofdlijnen toegelicht op basis van de vijf meest omvangrijke verschillen ten opzichte van de begroting. Het gaat hier om zowel inhoudelijke als technische verschillen. De inhoudelijke verschillen zijn:

  • voordelen doordat er minder is uitgevoerd dan begroot,
  • het voordeel op parkeren,
  • het nadeel op de uitvoering grondexploitaties, en
  • het voordeel op de gemeentefondsuitkering.

Minder uitgevoerd dan begroot

Op verschillende programma’s zien we dat geplande activiteiten niet of niet volledig hebben plaatsgevonden. Hierdoor zijn ook niet alle beschikbare middelen aangewend en dit resulteert in een financieel voordeel. Deze onderbesteding komt o.a. door de huidige krapte op de arbeidsmarkt. Bij de betreffende beleidsprogramma’s (hoofdstuk 2) worden de afwijkingen nader toegelicht. De onderbesteding heeft als gevolg dat activiteiten en projecten in de tijd zijn vertraagd. Daar waar de activiteiten en projecten worden gedekt uit reserves, zoals de reserves met Enecomiddelen, blijven deze middelen beschikbaar voor uitvoering in 2024.

Parkeren (programma 12: Mobiliteit)
In 2023 zijn de tarieven voor parkeren op straat verhoogd. Ook zijn er uitbreidingen van betaald parkeren gerealiseerd in Vogelwijk Noord, Deelplan 20 (LeYp), deel Binckhorst en Moerwijk-Oost. Ondanks de ingevoerde prijsstijgingen heeft de verwachte terugloop in het betaald parkeren voor bezoekers zich niet voorgedaan. Integendeel, er zijn in 2023 zelfs meer parkeertransacties geweest.  

Grondexploitaties (programma 13: Stadsontwikkeling en Wonen)
Op het voeren van grondexploitaties heeft Den Haag in 2023 een nadeel van per saldo € 29,9 mln. behaald. Dit nadeel wordt o.a. verklaard door: 

  • Lagere lasten van € 10 mln. (V) door enerzijds vertragingen vanwege bezwaarprocedures, latere oplevering van woningen en latere contractuele afspraken (€ 49 mln. V) en anderzijds hogere lasten door een dotatie aan de Voorziening Negatieve Plannen (VNP) vanwege verslechtering van grondexploitaties over de gehele looptijd (€ 39 mln. N) 
  • Lagere baten van € 40 mln. (N) vanwege vertragingen door o.a. vergunningstrajecten en bezwaarprocedures, een lagere onderhanden werk positie en een lagere onttrekking dan begroot voor nagekomen lasten afgesloten grondexploitaties. 

De gemeente heeft een buffer, de reserve grondbedrijf om deze verliezen op te vangen. De raad wordt bij het afzonderlijke raadsbesluit resultaatbestemming 2023 voorgelegd om, conform de vastgestelde spelregels, deze buffer hiervoor aan te wenden. 

Gemeentefonds (programma 15: Financiën)

Het gemeentefonds is de belangrijkste inkomstenpost van de gemeente en bedroeg ruim € 1,7 mld. in 2023. De uitkering is in 2023 € 53 mln. (3%) hoger uitgevallen dan begroot. Dit voordeel heeft 3 oorzaken:

  • Taakmutaties: door taakmutaties in de decembercirculaire is een voordeel van ongeveer € 42 mln. ontstaan. Deze taakmutaties hebben vrijwel volledig betrekking op de energietoeslag die vanuit het programma werk en inkomen aan de doelgroep is verstrekt. Doordat deze in de decembercirculaire zijn toegekend, konden de taakmutaties niet in de begroting verwerkt worden. Zie ook de toelichting van het technisch verschil hierna.  
  • Haagse aantallen. De verdeling van het gemeentefonds is gebaseerd op allerlei maatstaven, zoals het aantal inwoners van een gemeente en het aantal bedrijven dat er gevestigd is. Aan het eind van elk jaar worden deze maatstaven geactualiseerd en dit beïnvloedt de hoogte van de gemeentefondsuitkering die we ontvangen. Dit noemen we de Haagse aantallen en samen met wat kleine voordelen op diverse posten binnen het gemeentefonds, zorgt dit voor een voordeel van € 9,7 mln.  
  • De Haagse aantallen worden nog tot enkele jaren na dato geactualiseerd en dit kan nog leiden tot (kleine) wijzigingen. Met betrekking tot de jaren 2020 tot en met 2022 heeft dit geresulteerd in een nabetaling van € 1,5 mln.

Het technische verschil betreft het nadeel door uitbetaling van de energietoeslag:

Energietoeslag (programma 7: Werk en Inkomen)
Op 6 oktober is de wetgeving die het mogelijk maakt om ook in 2023 een Energietoeslag te verstrekken gepubliceerd. Ook dit jaar bood de wetgever de mogelijkheid on deze toeslag ambtshalve te verstrekken. De voorwaarden hiervoor zijn vastgesteld in beleidsregels en vanaf 24 oktober zijn de eerste betalingen verricht. De uitgaven voor de energietoeslag bedroegen ca. € 36 mln.. Dit was niet opgenomen in de begroting, omdat ten tijde van het opstellen van de begroting de besluitvorming hierover vanuit het Rijk nog niet was afgerond. Daarom is op programma 7 een negatief resultaat zichtbaar. In de decembercirculaire heeft de toekenning van de middelen plaatsgevonden. De ontvangst van deze middelen is verwerkt onder de algemene uitkeringen (programma 15). Per saldo is het effect neutraal.

Financiële positie
Voor een goed beeld van de financiële positie van de gemeente moeten niet alleen naar de inkomsten en uitgaven (de exploitatie) van 2023 worden gekeken, maar zijn ook de bezittingen en schulden van de gemeente van belang (de balans). Dit geeft onder meer inzicht in de wendbaarheid (hoe snel kan de gemeente bijsturen bij financiële tegenvallers) en de weerbaarheid (de mogelijkheid om financiële klappen te kunnen incasseren zonder in te grijpen in het beleid) van de gemeente. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt hier nader op ingegaan.

Solvabiliteit: mate waarin het gemeentelijk bezit is gefinancierd met eigen vermogen.
De solvabiliteit geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Het geeft weer in welke mate het gemeentelijke bezit is gefinancierd met eigen vermogen. Een solvabiliteitsratio lager dan 20% wordt als risicovol gezien door provincie en VNG. Het bezit is dan vooral met leningen gefinancierd en er is weinig buffer om tegenvallers op te vangen. De solvabiliteitsratio van de gemeente ligt met 34,3% ruim boven de signaleringswaarde.

Algemene reserve
De algemene reserve is het belangrijkste onderdeel van de weerstandscapaciteit van de gemeente. Deze reserve is beschikbaar om tekorten en tegenvallers direct op te kunnen vangen als deze zich voordoen. Zo wordt voorkomen dat financiële tegenvallers dwingen tot directe bezuinigingen.
Op dit moment bedraagt de algemene reserve € 94,7 mln. Op basis van de risico-inventarisatie dient de algemene reserve een omvang van € 107 mln. te hebben.

Voor een nader inzicht in hoe het resultaat over 2023 tot aanvulling van de algemene reserve leidt, adviseren we het voorstel resultaatbestemming 2023 te raadplegen dat eveneens onderdeel vormt van de jaarstukken. Daar worden voor- en nadelen uit deze programmarekening bestemd volgens vastgestelde spelregels. Een groot deel van de resultaten wordt toegevoegd aan de algemene reserve. Conform het voorstel resultaatbestemming stijgt de algemene reserve vervolgens tot € 129,2 mln. en is daarmee weer op peil in relatie tot de risico's.

Rechtmatigheid
Na vorig jaar proefgedraaid te hebben, is 2023 het eerste jaar waarover het college van burgemeester en wethouders een verantwoording opneemt over de rechtmatigheid. Voorheen maakte dit onderdeel uit van het oordeel van de accountant.

De regelgeving rond de rechtmatigheidsverantwoording is aangescherpt. De belangrijkste wijziging is dat alle begrotingsoverschrijdingen dit jaar meetellen in de verantwoording over de rechtmatigheid (overschrijdingen op de begrote lasten). Vorig jaar was het overschrijden van de begroting ook onrechtmatig, maar als een overschrijding van de lasten direct te relateren is aan extra baten, hoefde de accountant deze niet mee te nemen in haar oordeel. Vanaf 2023 is dit niet meer het geval en tellen alle begrotingsonrechtmatigheden mee in de verantwoording van het college.

Voor Den Haag komen de totale onrechtmatigheden over 2023 uit op totaal € 59,4 mln.,, waarvan € 44,2 mln. wegens overschrijdingen op de lasten (begrotingscriterium) en € 15,2 mln. door het niet voldoen aan EU-aanbestedingsrichtlijnen (voorwaardecriterium). Dit totaal is hoger dan de 1% verantwoordingsgrens die vastgesteld is door de gemeenteraad (de toegestane grens van € 34,4 mln.).

Dit heeft tot gevolg dat het college daarom niet kan aangeven dat de in de programmarekening verantwoorde lasten rechtmatig tot stand zijn gekomen. De belangrijkste reden voor de overschrijding van de 1%-norm is dat dit jaar alle begrotingsonrechtmatigheden meetellen. Vorig jaar was dat, zoals boven beschreven, niet het geval. Hierbij gelden de volgende aspecten:

  1. Een belangrijke verklaring voor de overschrijding op de begroting in 2023 is de uitbetaling van de energietoeslag. De landelijke wetgeving die deze toeslag mogelijk maakte, is laat vastgesteld: pas in oktober 2023 is de wetgeving die het mogelijk maakte om ook in 2023 een Energietoeslag te verstrekken, gepubliceerd. Vervolgens heeft het Rijk in de decembercirculaire de middelen toegekend waarmee deze energietoeslag betaald kon worden. Hierdoor kon het niet meer verwerkt worden in de gemeentebegroting. Dit heeft geresulteerd, volgens de aangepaste regelgeving, in een overschrijding. De uitgaven en ontvangsten voor de energietoeslag bedroegen voor Den Haag ca. € 36 mln. De gemeenteraad is hierover geïnformeerd in diverse raadsmededelingen rondom de energiecrisis/-problematiek en via de volgende bestuurlijke stukken:
  •  Stand van zaken Energietoeslag 2023 (maart 2024) - RIS318198
  •  Energietoeslag 2023 (oktober 2023) - RIS316808

Er is hier sprake van een directe link tussen deze overschrijding van de lasten en de hiervoor ontvangen baten. Voorheen zou dit tot gevolg hebben dat deze onrechtmatigheid van de lasten buiten beschouwing bleef in het oordeel van de accountant, maar omdat het college haar verantwoording moet geven op een nieuwe, strengere manier (over de bruto onrechtmatigheid), telt dit nu wel mee.

2.     De financiële verordening van de gemeente Den Haag verklaart afwijkingen van de begroting waar direct gerelateerde baten tegenover staan rechtmatig.

In de verordening staat dat iedere overschrijding van de lasten en onderschrijding van de baten ten opzichte van de begroting na wijziging onrechtmatig is, tenzij:
a.   de afwijking past binnen het door de raad geaccordeerde beleid en kleiner is dan de    rapporteringsgrens of kleiner is dan 10% van het programmatotaal of het investeringsbudget;
b.   de afwijking tot stand komt door lasten die worden gedekt door direct gerelateerde baten;
c.   de afwijking is toegelicht in de 8-maands rapportage;
d.   de afwijking ontstaat binnen het bestaande beleid, maar de informatie zo laat bekend was dat   een raadsbesluit of begrotingswijziging niet meer mogelijk was;
e.   de afwijking is gemeld aan de raad middels een raadsinformatiebrief;
f.   de afwijking voortvloeit uit een raadsbesluit.

De commissie BBV schrijft echter voor dat alle afwijkingen ten opzichte van de begroting in de rechtmatigheidsverantwoording worden verantwoord. Daarom tellen deze toch mee bij de verantwoording van het college. Onrechtmatigheden die voldoen aan minimaal één van de zes bovenstaande criteria zijn acceptabel, omdat ze vallen binnen het vooraf gestelde beleid. Hierom worden deze verder ook niet toegelicht. Onrechtmatigheden die hier niet aan voldoen worden apart toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.

3.      Het in de kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV opgenomen stappenplan geeft aan dat als begrotingsonrechtmatigheden passen binnen het daarvoor vastgestelde beleid deze niet meer als onrechtmatig meetellen. Hierover is met diverse (externe) accountants overleg geweest en deze stellen zich op het standpunt dat de algemene regel dat iedere overschrijding van de lasten onrechtmatig is, boven dit stappenplan gaat.  

Meerjaren Investeringsplan 2023
De gemeente heeft, naast de exploitatiebegroting, een meerjarig investeringsprogramma van ongeveer € 1 mld. In 2023 investeerde de gemeente ruim € 168,8 mln. Hiervan komt 75% ten laste van gemeentelijke middelen. Het overige deel wordt bekostigd met bijdragen van derden, zoals heffingen en bijdragen van andere overheden.

Programma

Begroting 2023

Realisatie 2023

Afwijking 2023

01 - Gemeenteraad

                           100

                                     -   

                                 -100

03 - Duurzaamheid, Milieu en Energietransitie

    11.131

                        2.631

                             -8.500

05 - Cultuur en Bibliotheek

                         7.274

                             4.835

                              -2.439

06 - Onderwijs

                        32.816

                             31.081

                              -1.735

07 - Werk en Inkomen

                           1.712

                                  266

                              -1.446

08 - Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid

                          6.782

                               3.737

                              -3.045

09 - Buitenruimte

                        47.182

                             74.780

                              27.598

10 - Sport

                          1.706

                               1.376

                                 -330

11 - Economie

                          1.500

                               2.502

                               1.002

12 - Mobiliteit

                        34.741

                             21.915

                              -12.826

13 - Stadsontwikkeling en Wonen

                          6.809

                               9.405

                                2.596

14 - Stadsdelen, Integratie en Dienstverlening

                          1.262

                                  510

                                 -752

15 - Financiën

                        16.307

                               7.163

                              -9.144

16 - Overhead

                        25.327

                               8.550

                             -16.777

Totaal

                      194.649

                           168.752

                            -25.897

De meeste investeringsprojecten worden verspreid over meerdere jaren gerealiseerd. Dit houdt onder meer in dat per jaarschijf verschillen kunnen ontstaan. Een project kan sneller of langzamer verlopen dan oorspronkelijk gepland. Dit leidt tot over- respectievelijk onderbesteding.

De gemeente heeft in 2023 €168,8 mln. in investeringsprojecten geïnvesteerd, waar € 194,6 mln. was begroot. Dit is een realisatie van, per saldo, 87% op de gemeentebrede portefeuille. De afwijking is opgebouwd uit investeringen waar meer is geïnvesteerd en investeringen waar minder is geïnvesteerd. De vier programma’s met per saldo de grootste afwijkingen worden hieronder uitgelicht. In de programmatoelichtingen (hoofdstuk 2)  zijn de investeringen nader toegelicht en in de online bijlage is een totaaloverzicht van alle  investeringen opgenomen.    

Verduurzaming vastgoed (programma 3)
In 2023 zijn verschillende projecten opgeleverd met focus op energiebesparende maatregelen. Voorbeelden hiervan zijn isolatie van gevels, vloeren en daken, vervanging van glas door HR++- of vacuümglas, installatie van ledverlichting, warmtepompen en zonnepanelen. Dit is onder andere gebeurd in de Koninklijke Schouwburg, het Filmhuis/Theater aan het Spui, Theehuis Clingendeal en het Ontmoetingscentrum Morgenstond. De onderbesteding van € 8,5 mln. wordt veroorzaakt door vertraging in de uitvoering die sommige projecten hebben opgelopen. Voorbeelden hiervan zijn o.a. 's-Gravenzandelaan 185, De Constant Rebecque 20 en Seinpoststraat 150. De vertragingen hebben verschillende redenen, zoals verschuivingen in onderhoudsplannen, ontwerpuitdagingen met betrekking tot het volledig stoppen van het gebruik van aardgas. Daarnaast hebben de huidige marktomstandigheden, waaronder capaciteitsproblemen, ook bijgedragen aan vertragingen. Ondanks deze obstakels zullen de projecten uiteindelijk wel worden voltooid.

Investeringen riolering (programma 9)
Bij de meerjarenbegroting is abusievelijk vergeten deze investeringen op te nemen in het overzicht van de bruto investeringen, terwijl de werkzaamheden wel zijn begroot. Hierdoor is een grote afwijking zichtbaar op het overzicht investeringen. Conform de onderliggende plannen is in 2023 is € 31,4 mln. aan vervangings- en verbeteringsinvesteringen gerealiseerd. Hiervan is € 0,4 mln. verrekend met de subsidie Tijdelijke impulsregeling klimaatadaptatie en het restant ad. € 31,0 mln. is met de spaarvoorziening riolering verrekend.  Inmiddels zitten we in het 3e jaar van het Gemeentelijke rRioleringsPlan (GRP) en zijn we volop bezig met het vervangen, renoveren en verbeteren van het rioolstelsel. Er is in 2023 11,7 kilometer riool vervangen en 5,4 hectare afgekoppeld. De investeringen zijn gedekt uit de inkomsten van de rioolheffingen.  

Bediencentrale, Rotterdamsebaan (programma 12)
Bij de bouw van de bediencentrale is bij de start al ongeveer drie maanden vertraging opgelopen door leveringsproblemen van materialen. De vertraging resulteert in een onderbesteding van € 3,3 mln.

Meerjarenprogramma fiets (programma 12)
In de begroting is € 3,3 mln. aan bijdrage van derden voor de sterfietsroute Wateringseveld opgenomen. Deze werkzaamheden zijn eerder gerealiseerd en hierdoor is in 2023 geen bijdrage ontvangen. 

Netwerk Randstadrail (INHTR) (programma 12)
De kosten en baten voor het Netwerk Randstadrail (INTHR-programma) waren oorspronkelijk verwerkt in het Meerjaren investeringsplan, maar moeten op grond van verslaggevingsregels ten laste van de exploitatie komen. Omdat zowel de baten en de lasten zijn gecorrigeerd, heeft dit geen effect op het resultaat.

Erfpacht (programma 15)
In 2023 is € 9,0 mln. minder grond in erfpacht uitgegeven dan begroot. Omdat het vooraf moeilijk is in te schatten in welk jaar aktes worden gepasseerd (het formele moment van gronduitgifte), kunnen activeringen afwijken ten opzichte van de begroting. In 2023 is een aantal uitgiftes niet gerealiseerd. Deze worden voor 2024 verwacht.

Aanschaf hardware/software (programma 16)
Door de huidige marktomstandigheden heeft de vervanging van een aantal hard- en sofwarecomponenten vertraging opgelopen. Daarnaast wordt de nieuwe werkplek voor ambtenaren (in het kader van het programma ‘Werken en ontmoeten’) die volledig in de investeringsbegroting van 2023 is opgenomen, grotendeels in 2024 uitgerold. Dit leidt tot een onderbesteding van € 4 mln. in 2023.

Diverse investeringen installaties (programma 16)
Een aantal onderhoudswerkzaamheden heeft door marktomstandigheden vertraging opgelopen in de uitvoering. Voorbeelden hiervan zijn de vervanging van het dak van het Stadhuis (onderbesteding van € 2,5 mln.) en de werkzaamheden met betrekking tot de open goot rondom het stadhuis (onderbesteding van € 0,5 mln.). Dit geldt ook voor diverse kleinere projecten, die leiden tot een onderbesteding van € 2,0 mln. De uitgaven lopen door naar volgende boekjaar.

In de uitvoering van project vervanging natuursteen rondom het Spui zijn zwakke plekken in de ondergrond ontdekt die in de nabije toekomst tot risico’s en mogelijke ernstige gebreken kunnen leiden zoals lekkages in de parkeergarage onder het gebouw of tot scheuren in de nieuwe afwerking van het natuursteen. Hiervoor is in de investeringsbegroting €2,0 mln. gereserveerd. Later werd duidelijk dat deze uitgaven classificeren als exploitatie-uitgaven. Hierdoor is er sprake van een onderbesteding op het investeringsbudget.

Masterplan IT (programma 16)
In de investeringsbegroting was rekening gehouden met € 2,5 mln. investeringsuitgaven. Een groot deel van deze uitgaven is wel gedaan, maar kon niet worden geactiveerd op basis van de geldende verslaggevingsregels, omdat de uitgaven leiden tot dienstverlening door derde partijen en niet tot eigendom van de gemeente Den Haag. Dit leidt tot een onderbesteding van € 1,9 mln. in 2023.

 1.1.1 Nadere toelichting op resultaten per programma

In de voorgaande paragraaf is op hoofdlijnen stilgestaan bij de belangrijkste financiële ontwikkelingen en resultaten van de jaarrekening. In deze paragraaf wordt het jaarrekeningresultaat van € 31,3 mln. nader uitgesplitst naar de verschillende activiteiten binnen de beleidsprogramma’s. Dit geeft het volgende beeld:

FINANCIEEL RESULTAAT 2023 per programma

bedragen x € 1.000

01 Gemeenteraad

865

V

09 - Buitenruimte

12.743

V

Bestuursondersteuning Gemeenteraad

394

V

Afvalverwijdering & Afvalstoffenheffing

3.000

V

Gemeentelijke Accountantsorganisatie DH

399

V

Inrichting en onderhoud buitenruimte

7.050

V

Overig

73

V

Overig

2.692

V

02 - College en Bestuur

1.032

V

10 - Sport

2.870

V

College van B&W

1.035 

V

Sport- en spelaccommodaties

1.769

V

Overig

3

N

Overig

1.101

V

03 - Duurzaamheid, Milieu en Energietransitie

13.478

V

11 - Economie

2.579

V

Energietransitie

12.280

V

Economische ontwikkeling en structuurversterking

1.789

V

Duurzaamheid

949

V

Huisvesting, werkmilieus, bedrijventerreinen (MKB)

975

V

Overig

249

V

Overig

185

N

04 - Openbare orde en Veiligheid

4.637

V

12 - Mobiliteit

16.254

V

Bestrijding onveiligheid

4.540

V

Parkeerbelasting

15.440

V

Overig

97

V

Overig

814

V

05 - Cultuur en Bibliotheek

4.986

V

13 - Stadsontwikkeling en Wonen

22.085

N

Accommodaties voor kunstbeoefening

1.732

V

Bouwgrondexploitaties

29.874

N

Openbare bibliotheek

1.101

V

Wonen en bouwen

6.538

V

Musea

732

V

De Kust Gezond

5.880

N

Cultuur

562

V

Stadsvernieuwing

4.370

V

Overig

859

V

Overig

2.761

V

06 - Onderwijs

2.506

V

14 - Stadsdelen, Integratie en Dienstverlening

1.614

N

Onderwijshuisvesting

3.205

V

Burgerzaken

3.688

N

Leerlingenvervoer

2.445

N

Integraal gebiedsgericht werken

853

V

Kinderopvang

970

V

Integratie en Burgerschap

581

V

Overig

776

V

Overig

639

V

07 - Werk en Inkomen

31.623

N

15 - Financiën

18.233

V

Gemeentelijk minimabeleid

33.473

N

Algemene uitkering

53.163

V

Participatievoorzieningen

5.998

N

Trend en overige gemeentebrede reserveringen

29.593

N

Werkgelegenheidsprojecten

4.766

V

Treasury

5.300

N

Overig

3.081

V

Overig

37

N

08 - Zorg, Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid

7.337

V

Overzicht Overhead

882

N

Jeugdhulp

15.255

N

Overhead primair proces

9.186

N

Gespecialiseerde zorg en ondersteuning

17.129

V

Centrale bedrijfsvoering

7.574

V

Sociale basis

4.350

V

Volksgezondheid

2.121

V

Overig

1.007

N

Overig

731

V

Totaal Gemeente Den Haag

31.317

V

 

Hieronder worden de grootste resultaten per onderdeel toegelicht. Een meer uitgebreide toelichting van de realisatie van zowel het beleid en de financiële uitkomsten, treft u aan bij de programmatoelichtingen in hoofdstuk 2 van de programmarekening.

Programma 1 Gemeenteraad

Bestuursondersteuning Gemeenteraad                  € 0,4 mln. V 
Bij de actualisatie van de programmabegroting 2023 zijn extra incidentele middelen voor de versterking van de Bestuursondersteuning Gemeenteraad (conform amendement ‘Herstel van vertrouwen’ RIS316135) toegevoegd aan programma 1. Doordat de middelen pas later in het jaar zijn verkregen, konden deze maar deels aangewend worden.

Gemeentelijke Accountantsorganisatie DH (GAD)               € 0,4 mln. V 
Voor de GAD is het budget in 2023 opgehoogd (RIS315568). De middelen zijn pas later in het jaar verkregen, waardoor deze maar deels aangewend konden worden.

Programma 2 College en Bestuur  

College van B&W                        € 1,0 mln. V 
Het niet doorgaan en de versobering van een aantal grote evenementen zorgt voor een voordeel van € 0,3 mln. Daarnaast komen de werkelijke pensioenlasten van (oud) bestuurders lager uit dan begroot, wat ook een voordeel oplevert van € 0,3 mln. Tot slot is er een voordeel van € 0,5 mln. op de raadsenquête Amare. Daar waar mogelijk is interne capaciteit binnen de reguliere begroting ingezet en kon het beroep op het budget van Amare dus worden beperkt. Op de overige onderdelen is per saldo een nadeel van circa € 0,1 mln. opgetreden.   

Programma 3 Duurzaamheid, Milieu en Energietransitie  

Energietransitie                        € 12,3 mln. V 
Aan de energietransitie is minder uitgegeven dan verwacht. Projecten zijn vertraagd (de Pilot Duurzame Voertuigen HMS en de aanleg van nieuwe walstroominstallaties in de haven van Scheveningen), o.a. door langere levertijden. Enkele projecten hebben helemaal geen doorgang gevonden (onder andere Inloopoplossing Moerwijk). Deze projecten worden uit reserves grote projecten (aardgasvrije wijken) en Energietransitie en Duurzaamheid op programma Financiën gedekt. Daar is een even groot nadeel ontstaan. De middelen blijven beschikbaar voor uitvoering in de komende jaren.

Daarnaast is een deel van de begrote kosten gedekt met klimaatmiddelen van de rijksoverheid (Tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat-en energiebeleid).

Duurzaamheid                           € 0,9 mln. V
Het grootste deel van de onderbesteding wordt verklaard door minder verstrekte subsidies (onder andere klimaatadaptatie maatregelen en groene daken).

Programma 4 Openbare orde en Veiligheid  

Bestrijding onveiligheid                        € 4,5 mln. V 
Het voordeel op programma 4 zit voornamelijk in de activiteit bestrijding onveiligheid en is technisch van aard. Binnen de directie veiligheid is in 2023, vooruitlopend op de structurele dekking (van o.a. het Rijk) formatie die in voorgaande jaren werd ingehuurd, in de vaste formatie opgenomen. De kosten zijn op programma 16 geland, terwijl de baten op programma 4 staan. Hierdoor is binnen dit programma een voordeel van € 4,1 mln. opgetreden. Hier tegenover staat een nadeel op programma 16 overhead van € 4,1 mln. Per saldo is het effect neutraal. Op de overige onderdelen van deze activiteit is per saldo een voordeel van circa € 0,4 mln. 

Programma 5 Cultuur en Bibliotheek  

Accommodatie voor kunstbeoefening                  € 1,7 mln. V 
Voor het bestaande vastgoed voor kunstbeoefening zijn lagere kapitaallasten gerealiseerd. Dit heeft voornamelijk te maken met de daling van de omslagrente. Gemeenten zijn verplicht om de rente van investeringen toe te rekenen aan de begrotingsactiviteit die bij de investering hoort. Dit gebeurt met de omslagrente. In de begroting is een omslagrente van 1% begroot. De daadwerkelijke omslagrente komt uit op 0,5%. Dit leidt tot een voordeel op dit programma en een nadeel op programma Financiën. Per saldo is het effect neutraal. Daarnaast zijn ook de lasten voor onderhoud van dit vastgoed lager dan verwacht.

Openbare bibliotheken                        € 1,1 mln. V 
Sinds 2023 heeft de gemeente de verantwoordelijkheid om te bibliotheken subsidiëren voor het opzetten en in stand houden van de Informatiepunten Digitale Overheid. De bijdrage vanuit het Rijk voor deze subsidiëring was hoger dan begroot.

Musea                              € 0,7 mln. V 
Aan de voorbereiding van de renovatie van de voormalige Amerikaanse ambassade is minder besteed dan verwacht. Daarnaast zijn lagere kapitaallasten voor het bestaande vastgoed gerealiseerd door de daling van de omslagrente.

Cultuur                              € 0,6 mln. V 
Bij verschillende subsidieregelingen voor culturele instellingen is minder aangevraagd en toegekend dan verwacht.

Programma 6 Onderwijs  

Onderwijshuisvesting                        € 3,2 mln. V 
Het voordeel op onderwijshuisvesting komt grotendeels doordat de omslagrente lager is dan begroot. Dit leidt tot een voordeel van € 2,4 mln. op programma Onderwijs en een evenredig nadeel op programma Financiën. Per saldo is het effect neutraal.

Daarnaast is een eenmalig voordeel van € 0,6 mln. ontstaan door een verrekening met de egalisatiereserve die in 2022 gedaan had moeten worden voor een aantal projecten bij Onderwijshuisvesting. In 2023 is dit gecorrigeerd en leidt dit tot een eenmalig voordeel. Over de jaren 2022 en 2023 gezamenlijk is het effect dus neutraal.

Leerlingenvervoer                        € 2,4 mln. N 
Het nadeel op leerlingenvervoer komt met name doordat de tijdelijke overeenkomsten die voor het leerlingenvervoer waren afgesloten voor het schooljaar 2022-2023 met ingang van 2023 voor inflatie zijn gecorrigeerd (13,7%). Dit kon niet binnen het bestaande budget worden opgevangen. Ook de nieuwe afrekeningssystematiek met ingang van het schooljaar 2023-2024 bij het doelgroepenvervoer, waarin per gereden kilometer in plaats van een tarief per rit wordt gerekend, heeft bijgedragen aan het nadeel.

Kinderopvang                           € 1,0 mln. V 
De lasten zijn lager dan begroot door minder onderhoudskosten van de Centrale Vastgoedorganisatie (€ 0,3 mln.), de verlaging van de omslagrente (€ 0,2 mln.), en door een lager aantal uitgevoerde inspecties dan gepland door de GGD (€ 0,2 mln.). Daarnaast zijn de baten hoger dan begroot doordat het handhavingsproces het afgelopen jaar is geïntensiveerd met als gevolg dat een groter bedrag aan boetes is opgelegd (€ 0,2 mln.). Ook zijn huurbaten ontvangen voor nieuwe panden, die eerder dan gepland in gebruik genomen konden worden (€ 0,1 mln.).

Programma 7 Werk en inkomen  

Gemeentelijke minimabeleid                     € 33,5 mln. N 
Op 6 oktober is de wetgeving die het mogelijk maakt om ook in 2023 een Energietoeslag te verstrekken gepubliceerd. Ook dit jaar bood de wetgever de mogelijkheid on deze toeslag ambtshalve te verstrekken. Vanaf 24 oktober zijn de eerste betalingen verricht. De uitbetaling van de Energietoeslag komt uit op een nadeel van € 35,5 mln. en heeft een financieel technische oorzaak. Dit komt omdat de uitgaven voor de energietoeslag niet opgenomen waren in de begroting. Daarom is op programma 7 een negatief resultaat zichtbaar. In de decembercirculaire heeft de toekenning van de middelen plaatsgevonden. De ontvangst van deze middelen is verwerkt onder de algemene uitkeringen (programma 15). Per saldo is het effect neutraal.

Tot slot is er een klein voordeel op deze activiteit van € 1,8 mln. Dit voordeel komt grotendeels doordat het gebruik van de ooievaarspas nog niet volledig terug is op het niveau van voor corona.  

Participatievoorzieningen                     € 6,0 mln. N 
In 2023 is de begeleiding voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt geïntensiveerd. Hierdoor zijn de kosten voor deze doelgroep (20.000 mensen) per persoon met gemiddeld € 150 (10%) toegenomen. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld het Gelijkwaardig Meedoen Lab dat is opgericht en de Instapeconomie, die is uitgebreid naar 100 deelnemers. De lasten zijn hierdoor met € 3 mln. toegenomen. Daarnaast is er een nadeel van € 3 mln. door een verschuiving tussen het gebruik van de voorzieningen voor werkgelegenheidsprojecten en participatievoorzieningen. Op werkgelegenheidsprojecten staat hier een voordeel van €3 mln. tegenover.  

Werkgelegenheidsprojecten                     € 4,8 mln. V 
Ten opzichte van de begroting hebben minder inwoners aanspraak gemaakt op de dienstverlening van Den Haag Werkt. Van dit voordeel is € 3 mln. ingezet voor participatie.

Programma 8 Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid  

Jeugdhulp                           € 15,2 mln. N 
Jeugdhulp is een open-einde-regeling. Het beroep op ingekochte voorzieningen is (gecorrigeerd voor prijscompensatie) in 2023 toegenomen. De Hervormingsagenda Jeugd moet zowel op landelijk als op lokaal niveau besparingsmaatregelen opleveren. Helaas zijn er op landelijk niveau nog geen maatregelen ingevoerd die hier een significante bijdrage aan leveren. Toch is de volledige door het Rijk beoogde besparing ingeboekt, wat bijdraagt aan het tekort bij de gemeente Den Haag.

Gespecialiseerde zorg en ondersteuning                  € 17,1 mln. V 
Bij verschillende WMO-regelingen is een voordeel gerealiseerd. Bij Maatwerk, zoals woonvoorzieningen, scootmobielen etc. komt dat vooral door de voortdurende controle van aanvragen bij toekenning. Bij Huishoudelijke hulp, Dagbesteding en Begeleiding wordt het voordeel vooral veroorzaakt door een lager aantal aanvragen.

Sociale basis                           € 4,4 mln. V 
Voor verschillende regelingen rond vrijwilligerswerk, informele hulp, preventie en participatie zijn lagere lasten gerealiseerd, voornamelijk doordat minder subsidie is aangevraagd en toegekend dan verwacht. Daarentegen zijn de lasten voor de waardering van mantelzorgers hoger uitgevallen.  

Volksgezondheid                        € 2,1 mln. V 
Bij de activiteiten rond gezondheidszorg is een voordeel gerealiseerd door het beschikbaar komen van middelen uit de Haagse Preventie Aanpak en uit de SPUK-regeling rond het Gezond en Actief Leven Akkoord. Dit resultaat wordt verklaard doordat de middelen voor zowel HPA als voor de SPUK tegelijkertijd beschikbaar zijn gekomen voor dezelfde doelen. De precieze regeling van het Rijk en de omvang werd pas later in het jaar definitief waardoor er minder is gerealiseerd.

Programma 9 Buitenruimte  

Afvalverwijdering & Afvalstoffenheffing                  € 3,0 mln. V 
Het voordeel is met name ontstaan omdat de hoeveelheid huishoudelijk afval is afgenomen en door de aanpassing van de inzameling van plastic- en blikverpakkingen en drankkartons. Daarnaast zijn er door de groei van de stad meer inkomsten in de vorm van de afvalstoffenheffing. Tegenover dit administratief-technisch voordeel staat een nadeel op programma 15 Financiën in verband met dividend HMS. Daarnaast is er € 7,0 mln. toegevoegd aan de voorziening afvalstoffenheffing vanwege het gesloten systeem van de doelheffing.

Inrichting en onderhoud buitenruimte                       € 7,1 mln. V 
Op inrichting en onderhoud buitenruimte zijn diverse voor- en nadelen opgetreden. De belangrijkste zijn een voordeel van 3,1 mln. bij straatreiniging. Dit komt o.a. door niet ingevulde vacatureruimte (onderdeel schoon) en lagere leasekosten.Verder is een voordeel van 1,0 mln. opgetreden bij het onderhoud kunstwerken door vertragingen in de uitvoering en een voordeel van 1,8 mln. op het meerjarenplan kunstwerken door een afwijkend verloop van de werkzaamheden tussen jaarschijven. Nadelen hebben zich voorgedaan door hogere kosten voor bezwaar- en beroepsprocedures (1,5 mln.) en het treffen van een voorziening voor nadeelcompensatie aan ondernemers (2,0 mln.). Daarnaast is de reserve 1 Straatreinigingsorganisatie vrijgevallen (€2,2 mln. V) omdat de stand van de reserve lager is dan het drempelbedrag. Bij de resultaatbestemming wordt voorgesteld om dit bedrag en een voordeel dat zich op dit onderwerp heeft voorgedaan opnieuw toe te voegen aan de reserve die dan in totaal boven het drempelbedrag uitkomt.

Het overige voordeel van op de activiteit bedraagt per saldo € 2,4 mln. en bestaat uit verschillende kleinere bedragen.

Programma 10 Sport  

Sportaccommodaties                        € 1,8 mln. V 
Op onderhoud en verduurzaming van sportaccommodaties is een voordeel van € 2,8 mln. ontstaan vanwege tekorten op personeel en expertise, tekorten bij leveranciers, vertraagde aanbestedingen en projecten die naar achteren zijn geschoven om werk met werk te realiseren. Daarnaast is er nog een voordeel van € 1,6 mln. op de verhuur van sportaccommodaties vanwege een toename in het gebruik. Ook waren er nadelen vanwege het treffen van een voorziening voor de atletiekbaan Sparta (€0,9 mln.) en de voorziening dakconstructie ADO-stadion (€ 1,5 mln.).

Programma 11 Economie  

Economische ontwikkeling en structuurversterking            € 1,8 mln. V 
Organisaties kunnen onder voorwaarden een tegemoetkoming krijgen in de vestigingskosten vanuit de gemeentebrede reserve Internationaal en werving. Vanwege langdurige (internationale) besluitvormingsprocessen duurt het soms langer dan begroot voordat organisaties voldoen aan de voorwaarden van deze tegemoetkoming. Afgelopen jaar is daarom € 1,2 mln. nog niet besteed. De uitbetaling volgt zodra organisaties hebben voldaan aan de voorwaarden. De middelen blijven beschikbaar in de reserve Internationaal & Werving voor dit doel.

Daarnaast heeft er een reorganisatie plaatsgevonden bij de directie internationaal. Deze heeft ervoor gezorgd dat de verhouding tussen de apparaatslasten die worden toegerekend aan het primaire proces en overhead is veranderd. Deze verhouding is in de begroting niet aangepast. Hierdoor ontstaat een voordeel op de apparaatslasten binnen dit programma van € 0,9 mln. Hier tegenover staat een nadeel op het Overzicht overhead (programma 16) van € 0,9 mln. Per saldo is het effect neutraal.

Huisvesting, werkmilieus, bedrijventerreinen (MKB)            € 1,0 mln. V 
Bij het World Forum is het onderhoud vertraagd (€ 0,8 mln.) vanwege nader onderzoek dat nodig was voor het onderhoud van complexe installaties, een failliete aannemer en vertraagde aanbestedingen.  

Programma 12 Mobiliteit  

Parkeerbelasting                        € 15,4  mln. V  
In 2023 zijn de tarieven voor parkeren op straat (m.u.v. Scheveningen en Centrum) verhoogd met 
€ 0,50 per uur. In Scheveningen en Centrum is het tarief verhoogd naar € 6,50 per uur. 
Daarnaast zijn de tarieven voor de 1e bewonersvergunning gestegen naar € 7,50 per maand en de bezoekersvergunning voor bewoners naar € 30,95 per jaar. De verwachting was dat de ingevoerde prijsstijgingen zouden leiden tot een terugloop in het betaald parkeren voor bezoekers. Dit heeft zich niet voorgedaan. Het aantal betalingen/ parkeertransacties is in 2023 zelfs toegenomen. Dit heeft geleid tot extra parkeerinkomsten van € 12,8 mln . Ook zijn er uitbreidingen van betaald parkeren gerealiseerd in Vogelwijk Noord, Deelplan 20 (LeYp), een deel van Binckhorst en in Moerwijk-Oost. Ook dit heeft bijgedragen aan meer parkeertransacties.    

Programma 13 Stadsontwikkeling  

Grondexploitaties                        € 29,9 mln. N 

Op het voeren van grondexploitaties heeft Den Haag in 2023 een nadeel van per saldo € 29,9 mln. behaald. Dit nadeel wordt o.a. verklaard door: 

  • Lagere lasten van € 10 mln. (V) door enerzijds vertragingen vanwege bezwaarprocedures, latere oplevering van woningen en latere contractuele afspraken (€ 49 mln. V) en anderzijds hogere lasten door een dotatie aan de Voorziening Negatieve Plannen (VNP) vanwege verslechtering van grondexploitaties over de gehele looptijd (€ 39 mln. N) 
  • Lagere baten van € 40 mln. (N) vanwege vertragingen door o.a. vergunningstrajecten en bezwaarprocedures, een lagere onderhanden werk positie en een lagere onttrekking dan begroot voor nagekomen lasten afgesloten grondexploitaties. 

Deze resultaten worden na vaststelling van de jaarrekening bij de resultaatbestemming verrekend met de reserve grondbedrijf en/of met de voorziening negatieve plannen, waardoor het uiteindelijke resultaat na resultaatbestemming, naar verwachting een gering resultaat laat zien.

Wonen en Bouwen                        € 6,5 mln. V  
Het grootste gedeelte van dit voordeel (€ 5,8 mln.) is een onderbesteding bij projecten die gefinancierd worden door de Eneco-reserves. De uitvoering van de projecten is vertraagd of duurt langer in de tijd. Hiertegenover staat een lagere onttrekking aan de gemeentebrede reserve ‘extra impuls voor betaalbaar wonen’ op programma 15 Financiën.Het resterende voordeel van € 0,6 mln. komt door vacatureruimte. Met name in de eerste helft van het jaar was het moeilijk om beschikbare posities in te vullen.

De Kust Gezond                           € 5,9 mln. N  
De verwachte kosten voor het project onderdoorgang Zwolsestraat (OKZ) zijn te hoog en daarom is besloten om te stoppen met dit project. De reeds gemaakte voorbereidingskosten voor tet project OKZ stonden als investeringskosten op de balans. Vanwege het stoppen van het project zijn deze voorbereidingskosten afgewaardeerd ten laste van de exploitatie. Dit resulteert in een nadeel van €5,9 mln.

Stadsvernieuwing                        € 4,4 mln. V  
Binnen Stadsvernieuwing zijn diverse voor- en nadelen opgetreden. De bijdrage voor het KJ Plein/Anna van Burenplein wordt conform overeenkomst naar verwachting in 2024 geeffectueerd. Dan worden ook de werkzaamheden integrale leidingentunnel uitgevoerd. Dit leidt tot een voordeel van € 0,9 mln. De middelen worden toegevoegd aan de Enecoreserve ‘Verhogen kwaliteit in gebiedsontwikkelingen en sociale woningbouw’ van programma 15 Financiën en blijven beschikbaar. Doordat diverse projecten bij inzet stedenbouw en planologie zijn vertraagd is er minder inzet geweest op o.a. locatiestudies, beleid tankstations en aparte verkenningen. Dit leidt tot een voordeel van € 0,7 mln.

Verder is sprake van onderbesteding op de reserve grote projecten (€ 0,8 mln. V) en de Eneco reserve (€ 1,0 mln. V). Diverse projecten zijn vertraagd in de uitvoering of start en worden hierdoor in 2024 verder uitgewerkt. Middelen worden toegevoegd aan de concernreserves grote projecten en Eneco reserve Verhogen kwaliteit in gebiedsontwikkelingen en sociale woningbouw van programma 15 Financiën en blijven beschikbaar in 2024.

Op de overige projecten binnen stadsvernieuwing is per saldo een voordeel van € 0,9 mln. opgetreden.

Programma 14 Stadsdelen, integratie en dienstverlening  

Burgerzaken                           € 3,7 mln. N 
Het nadeel bij burgerzaken is met name het gevolg van hogere inhuurlasten. Bij zowel burgerzaken als het callcenter 14070 is sprake van een relatief hoog ziekteverzuim. Om de afgesproken servicenormen te kunnen behalen is er daarom extra personeel ingehuurd en dit heeft geleid tot een nadeel.

Integraal gebiedsgericht werken                     € 0,9 mln. V  
Het voordeel bij het integraal gebiedsgericht werken is het gevolg van de late start van de wijkgerichte aanpak en van lagere bestedingen ten aanzien van de regiodeal zuidwest. Dit overschot blijft beschikbaar voor de regiodeal.

Integratie en Burgerschap                     € 0,6 mln. V  
Het voordeel bij integratie en burgerschap is ontstaan, doordat de definitieve opdracht voor het monument ter herdenking van het trans-Atlantisch slavernijverleden nog niet is verstrekt. Vanwege de grote maatschappelijke impact van dit monument is meer tijd genomen voor het ontwerp hiervan. Via de resultaatbestemming 2023 wordt voorgesteld om het bedrag toe te voegen aan de reserve herfasering, zodat de middelen in 2024 hiervoor beschikbaar blijven.

Programma 15 Financiën  

Algemene uitkering                        € 53,2 mln. V 
Dit voordeel is met name het gevolg van ongeveer € 42 mln. aan taakmutaties die nog in de decembercirculaire zijn toegekend. Deze taakmutaties hadden voornamelijk betrekking op de energietoeslag die we als gemeente uitkeren aan inwoners die daarvoor in aanmerking komen. Ook worden elk jaar de maatstaven van het gemeentefonds geactualiseerd. Dit zijn de zogeheten ‘Haagse aantallen’. Deze maatstaven, zoals het aantal inwoners of het aantal bedrijven, hebben invloed op het aandeel van het gemeentefonds dat een gemeente ontvangt. De actualisatie van deze maatstaven heeft geresulteerd in een voordeel van € 9,7 mln. De resterende € 1,5 mln. betreft afrekeningen van voorgaande jaren.  

Trend en overige gemeentebrede reserveringen               € 29,6 mln. N 
Dit nadeel ontstaat vooral door lagere onttrekkingen vanuit gemeentebrede reserves. In de begroting wordt een inschatting gemaakt van wat er in het betreffende jaar gerealiseerd kan worden en hoeveel budget daarvoor nodig is. Maar uiteindelijk wordt alleen de daadwerkelijke realisatie aan de reserve onttrokken. Geld dat nog niet benut is, blijft in de reserve zitten en resulteert daarmee in een nadeel op het programma financiën van € 32,6 mln. Hier staan lagere lasten op verschillende beleidsprogramma's tegenover. Het resterende nadeel op dit programma bestaat uit diverse kleine posten, zoals bijvoorbeeld het nadeel op de post onvoorzien dat ontstaan is door de bijdragen die we hebben gedaan aan de slachtoffers van de aardbevingen in Marokko, Syrië en Turkije.

Treasury                           € 5,3 mln. N    

Dit nadeel wordt voor € 10,4 mln. verklaard door de daling van de omslagrente. Hier staan voordelen binnen diverse beleidsprogramma's tegenover en op het totaal van de gemeentebegroting heeft dit een neutraal financieel effect. Daarnaast is er een nadeel van € 3 mln., omdat over 2023 door HMS geen dividend is uitgekeerd.
Tegenover deze twee nadelen staat een voordeel op de rente over het schatkistbankieren. Het gemeentelijk liquiditeitsoverschot staat bij het Rijk. Hierover ontvangen we rente en deze rente was in 2023 € 8,1 mln. hoger dan begroot.         

Programma 16 Overhead  

Overhead primair proces                     € 9,2 mln. N 
Dit nadeel wordt voor € 4,1 mln. verklaard door formatie binnen Programma 4 Openbare orde en Veiligheid en € 0,9 mln. op Programma 11 Economie die in de begroting onder het primaire proces is verwerkt, maar betrekking heeft op overhead. Hierdoor ontstaat een voordeel op Programma 4 en Programma 11 en een nadeel in dit programma. Per saldo is het effect neutraal.

Daarnaast was extra managementinzet nodig voor het realiseren van het vastgestelde beleidsplan werk en participatie, terwijl de dekking (€ 0,5 mln.) hiervan opgenomen is bij programma 7. Ook zijn er bij de GGD een aantal functies als geclassificeerd als overheadfuncties, terwijl de begroting (€ 1 mln.) nog op programma 8 was opgenomen.
Het overige deel van het resultaat wordt verklaard door ziekteverzuim en extra managementinzet op een aantal afdelingen. Dit betreft onder andere het project Informatiegestuurd werken en gemeentebrede trajecten in het sociaal domein zoals Werken in Allianties en op Arbeidsmarkt, Economie en Bedrijfsleven.

Centrale bedrijfsvoering                        € 7,6 mln. V 
Het voordeel op deze activiteit bestaat uit diverse posten. Door beperkte capaciteit bij externe leveranciers zijn de kosten voor onderhoud, BHV, schoonmaak en technische – en fysieke beveiliging van panden lager uitgevallen, wat een voordeel oplevert van € 2,3 mln. Enkele projecten rondom de investering ‘Concernbrede Informatiesystemen’ zijn later gestart en daardoor zijn de uitgaven op deze projecten in 2023 lager dan verwacht. Deze projecten zijn bedoeld voor van het verbeteren van de gemeentelijke informatievoorziening. Ook zijn projecten voor applicatievervangingen uitgelopen en deze verschuiven naar 2024. Hierdoor is er een totaal voordeel ontstaan van € 2,6 mln. Verder zorgt vertraging in de uitvoering van projecten bedrijfsvoering voor een voordeel van € 1,2 mln. Openstaande vacatureruimte zorgt voor een voordeel van € 1,1 mln. Door daling van de omslagrente is er een rentevoordeel van € 0,9 mln. ontstaan.

Deze pagina is gebouwd op 05/29/2024 14:15:11 met de export van 05/29/2024 14:10:27