Jaarverslag

Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid

Samenstelling programma (obv gerealiseerde lasten en toevoegingen aan reserves

Samenstelling dekkingprogramma (obv gerealiseerde baten incl. ontrekkingen aan reserves)

Wat heeft het gekost?

Algemene toelichting op baten en lasten o.b.v. de donuts

Gerealiseerde lasten conform donuts
De grootste hoofdactiviteit in dit programma is Bescherming jeugd en gezin en Maatschappelijke opvang (27%) dit bestaat voor 7% uit Toegang en eerstelijnsvoorzieningen, 12% uit Beschermd wonen (WMO) en GGZ en Maatschappelijke- en vrouwenopvang (WMO) voor 7% en Jeugdbescherming voor 1%. Daarna de clusters Jeugdhulp voor 24% en Gespecialiseerde zorg en ondersteuning (voornamelijk Wmo-voorzieningen) voor 22%. Het resterende deel bestaat uit: Volksgezondheid (Openbare gezondheidszorg, de Gemeenschappelijke Regeling GGD en ambulancedienst) voor 13%, de hoofdactiviteit Sociale Basis voor 8%. en de uitvoering van de Opgave Nieuwkomers (6%).

Toelichting lasten vanuit werkwijze dienst
De gepresenteerde donuts zijn een samenvoeging van verschillende activiteiten. Deze worden gevoed door verschillende regels rondom verslaglegging. Binnen dit programma zijn er twee grote onderdelen die door de verschillende hoofdactiviteiten heen spelen en daarom niet direct als zodanig naar voren komen. Deze twee onderdelen - de openeinderegelingen Wmo en jeugdhulp – omvatten 58% van de lasten van dit programma Het gaat vooral om de hoofdactiviteit Gespecialiseerde zorg en ondersteuning (Wmo-voorzieningen, 22 %) en de hoofdactiviteit Jeugdhulp (25%). Onderdeel van deze kosten zijn ook Beschermd wonen (6%) en Maatschappelijke opvang (5%). Het gaat dan om zaken als huishoudelijke hulp, AV070, woningaanpassingen en specialistische jeugdhulp. Deze lasten zijn onderdeel van de hoofdactiviteit Bescherming jeugd en gezin en Maatschappelijke opvang.

Omdat deze twee onderdelen zo’n elementair onderdeel van dit programma vormen zullen deze op de volgende pagina verder worden uitgediept. Hierbij moet dus worden opgemerkt dat ze niet één op één te koppelen zijn aan de bovenstaande donuts.

Gerealiseerde baten conform donuts
De algemene middelen dekken de lasten voor 81% (€ 599,1 mln.). Van de overige 19% (€ 139,3 mln.) betreft voor circa 1/3 (€ 45 mln.) de bijdrage vanuit het Rijk ter compensatie van de kosten voor de Opgave Nieuwkomers en circa 1/3 (€ 50 mln.) inkomensoverdrachten in het kader van bijdrage van de Gemeenschappelijke Regeling GGD en Veilig Thuis Haaglanden. Het overige deel (€ 44,3 mln.) van de baten bestaat uit de declaratie voor ambulanceritten en verschillende posten, zoals onttrekkingen uit diverse reserves, eigen bijdragen en ontvangen huuropbrengsten.

Bedragen x € 1.000

Rekening 2022

Begroting 2023 voor wijziging

Begroting 2023 na wijziging

Rekening 2023

Resultaat 2023

Lasten

665.619

648.494

752.924

729.897

23.027

V

Baten

130.661

67.272

147.518

135.323

12.195

N

Saldo exclusief reserves

534.958

N

581.222

N

605.406

N

594.575

N

10.831

V

Toevoegingen aan reserves

0

0

8.668

8.500

168

V

Onttrekkingen aan reserves

10.283

1.088

7.626

3.964

3.662

N

Saldo inclusief reserves

524.675

N

580.134

N

606.448

N

599.111

N

7.337

V


Algemene toelichting op het resultaat
Dit programma heeft in 2023 een per saldo voordelig resultaat van afgerond € 7,3 mln. Het huidige resultaat tot stand gekomen door verschillende voordelige en nadelige resultaten.

Jeugdbudgetten: € 21,6 mln. N/I
De bekostiging via de verschillende budgetten Jeugd het Jeugdbudget behelst meerdere activiteiten binnen dit programma. De meeste activiteiten vallen onder het hiernavolgende hoofdactiviteit Jeugdhulp. Daarnaast valt de activiteit Preventief Jeugdbeleid onder de hoofdactiviteit Sociale basis. Onder “Bescherming jeugd en gezin en Maatschappelijke opvang” vallen ook de jeugdactiviteiten “Toegang en eerstelijnsvoorzieningen” en Jeugdbescherming.
Het totaal van de activiteiten van Jeugd komt uit op een negatief resultaat van € 21,6 mln.De volgende zaken hebben dit in sterke mate bepaald:

  • Bij de Hervormingsagenda is de volledige door het Rijk ingeboekte besparing bij de gemeente Den Haag van € 14,4 mln. voor 2023 (t.o.v. 2022) intact gebleven. De verwachting was een verzachting en temporisering vanwege de vertraging in de Hervormingsagenda. Dit betekent dat ondanks dat voor gemeenten geen handvatten vanuit de hervormingsagenda zijn ontwikkeld ze toch minder geld krijgen. Dit zorgt deels voor het tekort op het Jeugdbudget.
  • Jeugd is een open-einde-regeling. Het beroep op ingekochte voorzieningen is (gecorrigeerd voor prijscompensatie) in 2023 toegenomen met € 5,6 mln. (3,6%).
  • Daarnaast wil het kabinet zo min mogelijk kinderen uit huis plaatsen en de gesloten jeugdhulp zoveel mogelijk afbouwen. Daarvoor is binnen deze hulpverlening een omslag nodig naar afbouw, kleinschaligheid en ambulantisering. De afbouw in 2023 en 2024 van het aantal gesloten bedden en de creatie van hybride bedden (voor kinderen die hoog-intensieve zorg nodig hebben zonder vrijheidsbeperkende maatregelen) bracht frictiekosten met zich mee in 2023 van € 1,3 mln.
  • Dit jaar heeft verder in het teken gestaan van de voorbereidingen op het Haags Toekomstperspectief Jeugd- en Gezinshulp waarmee de koers is uitgezet voor een nieuwe werkwijze en bekostigingsmodel voor de jeugdhulp per 2024. Dit heeft in 2023 extra aanloopkosten ad € 5,5 mln. met zich meegebracht.
  • Besparingen door voordeliger doelgroepenvervoer, afloop 2022 bij de GR Veilig thuis, dekking via SPUK-gelden voor Sociale basis en diverse veel kleinere posten.

De besparingen die wel zijn bereikt hebben een dempend effect maar kunnen bovengenoemde nadelen niet compenseren. De verschillenverklaring bij de Jeugdonderdelen leiden gezien het voornoemde tot dezelfde conclusie: het Rijk stelt onvoldoende budget ter beschikking waardoor over de hele linie negatieve resultaten worden gerealiseerd.

Openeinderegeling Wmo € 23,4 mln. V/I
Op de hoofdactiviteit Gespecialiseerde zorg en ondersteuning wordt voor de € 162,8 mln uitgegeven. De totale lasten voor maatwerkvoorzieningen zijn echter hoger en onderdeel van verschillende hoofdactiviteiten. De totale lasten voor maatwerkvoorzieningen (inclusief maatschappelijke opvang en beschermd wonen) bedragen € 211,1 mln. Het grootste deel (85%) van deze lasten is besteed aan voorzieningen die zijn geleverd door zorgaanbieders, leveranciers van hulpmiddelen, vervoerders en installateurs aan inwoners (€ 179,6 mln.). Van deze lasten wordt € 131,1 mln. bij de Wmo-voorzieningen verantwoord. Aan geleverde Wmo-voorzieningen is uitgegeven:

  • € 59,3 mln. voor huishoudelijke hulp;
  • € 27,0 mln. aan begeleiding;
  • € 9,2 mln. aan dagbesteding;
  • € 4,9 mln. aan persoonsgebonden budgetten;
  • € 5,1 mln. aan woonvoorzieningen;
  • € 13,8 mln. aan hulpmiddelen vervoer;
  • € 11,8 mln. aan aanvullend vervoer 070.

De overige maatwerkvoorzieningen worden bij beschermd wonen en maatschappelijke opvang verantwoord als volgt (let op, deze zitten dus niet op deze hoofdactiviteit):

  • € 6,1 mln. maatschappelijke opvang;
  • € 42,4 mln. beschermd wonen.

Bij de Wmo zijn op verschillende plekken voordelen zichtbaar:

  • Maatwerkarrangementen Zorg in natura van Beschermd Wonen ad € 5,0 mln. Dit komt door de “verdringing” in het aantal cliënten Wet langdurige zorg (Wlz). Deze verdringing kent vooral als oorzaak dat toch meer mensen in de Wlz zijn beland dan eerder was ingeschat.
  • Op de maatwerkvoorzieningen is een voordeel van € 6,4 mln. gerealiseerd: Woonvoorzieningen (€ 2,8 mln. voordelig), Hulpmiddelen vervoer (€ 2,0 mln. voordelig) en Aanvullend vervoer 070 (€ 1,5 mln.).
  • Een voordelig saldo bij Huishoudelijke hulp ad € 2,4 mln., Begeleiding ad € 7,5 mln. en Dagbesteding ad € 1,1 mln. Bij alle drie de onderdelen is Zorg in natura de hoofdreden van het positieve resultaat. Waarbij in de begroting rekening is gehouden met hogere aantallen vanuit de aanzuigende werking van het Wmo abonnementstarief. Deze aantallen zijn in de realisatie lager en blijven achter bij de aantallen van vóór de coronapandemie.  
  • Overig: € 1,0 mln.

Diverse: € 5,5 mln. V/I

  • Voordeel op Samenkracht en burgerparticipatie ad € 2,5 mln.
  • Voordeel op Volksgezondheid ad € 2,1 mln.
  • Voordeel vanwege omslagrente ad € 0,2 mln.
  • Overige ad € 0,7 mln.

Verschillen 2023 t.o.v. 2022
In 2023 is het totaal aan lasten circa € 66 mln. hoger dan in 2022. Het gros van het stijging van de lasten komt door het uitvoeren van de Opgave Nieuwkomers op het programma. Dit betreft € 45,0 mln. Deze lasten worden uit Rijksbijdragen gedekt. Daarnaast betreft het hogere uitgaven op jeugd en uitgaven op de uitvoering van een Brede SPUK regeling (deze laatste wordt eveneens gedekt uit Rijksbijdragen).

Waar bestaan de kosten uit?
Financiële verantwoording per activiteit

In de volgende twee paragrafen wordt inzage gegeven in de financiële verantwoording per clustering van activiteiten weergegeven.

Sociale basis

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2023

61.847

6.713

55.134

N

Begroting 2023

67.710

8.226

59.484

N

Resultaat

5.863

V

1.513

N

4.350

V

Toelichting op lasten en basten

De lasten vallen uiteen in € 25,3 mln. voor de activiteit Participatie en informele hulp, € 18,7 mln. Preventief Jeugdbeleid, € 14 mln. voor Zorg en Welzijn, € 2 mln. Emancipatie en € 1,8 mln. Eigenaar en Participatie.
De baten bestaan uit € 3,4 mln. voor de activiteit Eigenaar en participatie, ca. € 2 mln. brede SPUK en € 1,1 baten voor de activiteit Preventief Jeugdbeleid.

Eigenaar en participatie (lasten € 1,8 mln. en baten € 3,5 mln.)
In 2023 is 1,8 mln. aan lasten gerealiseerd voor het beheer van accommodaties. Daarnaast is € 3,5 mln. aan baten gerealiseerd met de verhuur van deze accommodaties.

Emancipatie (lasten € 2,0 mln. en baten € 0,0 mln.)
Voor de activiteit Emancipatie is circa € 0,7 mln. uitgegeven aan subsidies. De rest van de middelen is besteed ter ondersteuning van diverse initiatieven op het gebied van vrouwen- en queer-emancipatie, zoals diverse bijeenkomsten en initiatieven

Participatie en informele hulp (lasten € 25,5 mln. en baten € 1,1 mln.)
In 2023 is voor de activiteit Participatie en Informele hulp circa 70% besteed in de vorm van subsidies. De resterende 30% betreft inkoop. De financiële middelen zijn uitgegeven aan subsidieverleningen op basis van de subsidieregeling Samen Sociaal en Vitaal (€ 6,1 mln.), Haags ontmoeten (€2,2 mln.),en toegankelijkheid (€1,4 mln.). Andere grotere subsidieverleningen zijn Stichting MEE (€ 3,9 mln.) en Stichting PEP (€ 2,1 mln.). Verder is circa € 2,5 mln. uitgegeven aan waarderingsbonnen voor mantelzorgers en vrijwilligers. De rest van de middelen (€ 0,6 mln.) is besteed aan diverse activiteiten op het gebied van Participatie en Informele hulp.
De gerealiseerde baten €2,1 mln. voor de activiteit Participatie en Informele hulp zijn de kosten die geboekt zijn ten laste van de brede SPUK voor onder andere het versterken van mantelzorg, valpreventie, eenzaamheid en de sociale basis.

Preventief Jeugdbeleid (lasten € 18,7 mln. en baten € 1,1 mln.)
De lasten preventie bestaan uit:

  • Inkoop van en subsidies voor preventie-activiteiten 14,1 mln.
  • Apparaat werkzaamheden als bijdrage aan preventie ad € 3,9 mln.
  • Tegemoetkoming Statushouders AMV € 0,2 mln.
  • Lasten voor projecten Kansrijke start en Welzijn op recept 0,5 mln.

De baten preventie bestaan uit:

  • Spuk baten voor projecten Kansrijke start en Welzijn op recept 0,5 mln.
  • Baten tegemoetkoming van het Rijk voor ‘Follow Your Dreams’ en toerekening aan andere gemeenten voor Verwijsindex € 0,6 mln.

Zorg en Welzijn (lasten € 14,0 mln. en baten € 0,0 mln.)
Jaarlijks wordt voor circa € 12,5 mln. aan zorg en welzijn subsidies verstrekt t.b.v. Haagse Welzijnsinstellingen. Deze subsidies hebben vooral betrekking op de exploitatie van de servicepunten (XL).  

Toelichting financieel resultaat Sociale Basis                   (€4,4 mln. V/ I)

Lasten (€ 5,9 mln. V/I)
Eigenaar en participatie (€ 0,8 mln. V/I)

Voor dit onderdeel zijn € 0,8 mln. minder lasten gemaakt/ Dit bestaat uit twee onderdelen:
Allereerst een positief resultaat op de omslagrente van € 0,2 mln. Gemeenten zijn verplicht om de rente van investeringen toe te rekenen aan de begrotingsactiviteit die bij de investering hoort. Dit gebeurt met de omslagrente. In de begroting is een omslagrente van 1% begroot. De daadwerkelijke omslagrente komt uit op 0,45% zoals toegelicht in de paragraaf financiering. Dit betekent dat het omslagpercentage meer afwijkt dan de maximale toegestane afwijking van 0,5%. Hierdoor is Den Haag verplicht om de omslagrente na te calculeren. Dit leidt tot een voordeel op deze activiteit van € 0,2 mln.

De overige € 0,6 mln. aan lagere lasten bestaat uit: lagere uitgaven op onderhoud ad € 0,3 mln. en € 0,15 mln. exploitatievoordeel en € 0,15 mln. overige

Participatie en informele hulp: (€ 4,7 mln. V/I)

Vrijval subsidies: € 1,6 mln.  V/I
Op subsidies binnen de activiteit is een voordeel van € 1,6 mln. gerealiseerd vanwege vrijval van subsidies uit voorgaande jaren.

Waarderingsprogramma vrijwilligers en mantelzorgers €1,5 mln. N/I
In 2023 heeft de gemeente een nieuw waarderingsprogramma voor mantelzorgers en vrijwilligers gelanceerd.  Voor 2023 zijn er 38.442 aanvragen gedaan. Daarvan zijn 32.460 aanvragen (84% van de aanvragen) door het systeem gehonoreerd. Dit heeft geresulteerd in overschrijding van de begrote € 1 mln. met € 1,5 mln. De raad is over dit onderwerp in een aparte raadsmededeling reeds geïnformeerd (RIS317006).

Onderbesteding subsidieregelingen € 0,5 mln. V/I
Door minder aanvragen op de subsidieregelingen stimuleren vrijwilligerswerk en toegankelijke stad dan gebudgetteerd is €0,5 mln. onbenut gebleven. Dit ondanks extra communicatie en promotie is er in 2023 geen toename gerealiseerd van het aantal aanvragen.

Reguliere beleidsmiddelen € 1,0 mln. V/I
In de loop van 2023 werd bekend dat het Rijk voornemens was een specifieke uitkering toe te kennen voor onder andere het versterken van mantelzorg, valpreventie, eenzaamheid en de sociale basis. Hierop kon slechts beperkt geanticipeerd worden omdat de regeling en budgetten pas later definitief werd. Enkele lasten die daarmee samenhangen zijn daardoor niet ten laste van de SPUK gebracht.

Overig € 0,8 V/I
In 2023 is een nieuw coalitieakkoord verschenen. Vervolgens is gewerkt aan de actielijn informele zorg als onderdeel van de sociale basis, en is de ontwikkeling gestart van een sociale basis beleidsplan. Ook is de ontwikkeling van nieuwe actielijnen gestart. Het sociale basis beleidsplan is gericht op het versterken van de collectieve voorzieningen in de stad. De periode aanlopend naar een nieuw coalitieakkoord is doorgaans beleidsarm. Hierdoor zijn deze middelen, in afwachting van nieuw beleid, in 2023 nog niet volledig benut.

Brede SPUK ca. € 1,3 mln. V/I
De precieze regeling van het Rijk en de omvang werd pas laat in het jaar definitief. Mede daardoor is de Haagse preventieaanpak pas eind december vastgesteld door de Raad. Het is niet gelukt om alle middelen in 2023 te benutten.

Preventief jeugdbeleid (€ 0,9 mln. V/I )
Het verschil wordt vrijwel volledig veroorzaakt door minder uitgaven voor de tegemoetkoming van statushouders AMV (€ 1,1 mln. V) waarvan de toekenning door het college laat bekend was. Daarnaast is er voor preventie- en participatie-activiteiten iets meer uitgegeven (€ 0,2 mln. N.)

Zorg en Welzijn (€ 0,5 mln. V/I)
Deze onderbesteding is incidenteel van aard en heeft betrekking op de tijdelijke subsidieregeling voor innovatieve projecten die inmiddels is beëindigd. De uitwerking van de besteding van deze middelen en de nieuwe financieringsconstructie van de professionele welzijnsorganisaties zijn complex en vragen zorgvuldigheid en tijd.

Baten (€ 1,5 mln. N/I)
Eigenaar en participatie (€ 0,2 mln. N/I)
Op de baten is een nadeel van € 0,2 mln. die vrijwel volledig ontstaat door leegstand van gebouwen en daardoor een achterblijvende huurbaat.

Participatie en informele hulp – Brede SPUK: (€ 1,3 mln. N/I).
Er zijn lagere onttrekkingen voor de Brede Spuk. Zie toelichting SPUK bij de lasten verschillenverklaring.

Bescherming jeugd en gezin en Maatschappelijke opvang

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2023

195.392

30.120

165.271

N

Begroting 2023

197.318

33.054

164.264

N

Resultaat

1.926

V

2.934

N

1.007

N

Toelichting op lasten en basten
De baten en lasten in het cluster Bescherming jeugd en gezin en Maatschappelijke opvang betreft de volgende activiteiten:

Toegang en eerstelijnsvoorzieningen (lasten € 54,7 mln. en baten € 19,8 mln.)
Voor Toegang en eerstelijnsvoorzieningen   is bij Jeugd € 39,2 mln. besteed:

  • Dit betreft voor € 3,3 mln. ingekochte jeugdhulp via gemeenschappelijke inkoop SBJH/H10.
  • De GR Veilig thuis heeft € 5,4 mln. gekost.
  • Kosten Jeugdteams (eigen apparaat en inhuur) € 25,6 mln.      
  • Implementatiekosten HTP € 3,4 mln.
  • Overige kosten 1,5 mln. waarvan (inhaal)afschrijving en rente ad € 1,3 mln.

Het overige deel van de lasten zijn de uitvoeringskosten de Uitvoeringsorganisatie Veilig Thuis Haaglanden. De gemeente Den Haag voert het Advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling uit in opdracht van de gemeenschappelijke regeling GGD/Veilig Thuis, samen met 8 andere gemeenten in de regio Haaglanden. De gemeenschappelijke regeling heeft de uitvoering van de taken van de regeling uitbesteed aan de gemeente Den Haag. Hiervoor ontvangt de gemeente Den Haag in 2022 voor wat betreft Veilig Thuis een vergoeding van € 19,8 mln. (inclusief overhead). De lasten bedragen (exclusief overhead) € 15,4 mln.

Beschermd wonen (Wmo) en GGZ (lasten € 60,0 mln. en baten € 2,6 mln.)
Bij Beschermd Wonen is sprake van € 42,8 mln. aan lasten en € 0,8 mln. aan baten uit eigen bijdragen opgelegd en geïnd door het CAK. De lasten betreffen met name maatwerkarrangementen Zorg in natura (€ 42,2 mln.) en pgb (€ 0,2 mln.), alsmede inhuur- en projectkosten van € 0,3 mln.

De totale lasten bij GGZ bedragen € 17,1 mln. De lasten bestaan grotendeels uit subsidieverleningen (€ 15,9 mln.) en rest is uitgegeven via inkoop. Grootste subsidie ontvangende partijen zijn Parnassia B.V. (€ 7,0 mln.), Reakt B.V. (€ 5,7 mln.) en i-PsyQ Brijder B.V. (€ 2,3 mln.).  
Verder is € o,4 mln. (zowel bij de lasten en de baten) uitgegeven aan het project Aanpak overlast verward gedrag. Aanvullend bij de baten en de lasten is € 1,4 mln. opgevoerd voor de specifieke uitkering heroïne-regeling (onderdeel van de € 2,3 mln. ondergebracht bij i-PsyQ Brijder B.V.).

Huiselijk Geweld (lasten € 23,2 mln. en baten € 0,7 mln.)
De totale lasten bedragen € 19,4 mln. voor Geweld in afhankelijkheidsrelaties en voor prostitutiebeleid € 3,7 mln. Bij Huiselijk geweld is € 8,7 mln. uitgegeven aan begrotingssubsidies, en € 0,3 mln. aan de subsidieregeling preventie huiselijk geweld. Verder is € 7,3 mln. uitgegeven aan de Gemeenschappelijke regeling GGZ en Veilig thuis. De resterende € 3,1 mln. is besteed aan diverse activiteiten waaronder de Haagse bijdrage aan de Regiovisie huiselijk geweld. Bij prostitutiebeleid de middelen zijn grotendeels via subsidies uitgegeven (€ 3,6 mln.). De grootste subsidie-ontvangende partijen zijn SHOP (€ 3,2 mln.) en Stichting De Haven ( €0,4 mln.). De totale gerealiseerde baten voor huiselijk geweld zijn €0,7 mln. en betreffen uitgaves voor de SiSA regeling H13.

Maatschappelijke- en vrouwenopvang (WMO) (lasten € 47,9 mln. en baten € 6,9 mln.)
De totale lasten bij de subsidies Maatschappelijke opvang bedragen € 33,7 mln. en de baten € 4,4 mln.
€ 8,5 mln. van de lasten betreft een dotatie aan de reserve Maatschappelijke opvang vanuit het coalitieakkoord, € 8,8 mln. is besteed aan de subsidieregeling Maatschappelijke opvang, € 5,2 mln. is uitgegeven aan opvang gezinnen en alleenstaanden, € 2,5 mln. aan subsidie verleend aan Stichting LdH voor de permanente winteropvang en winterkouderegeling, € 0,9 mln. subsidie aan de randgemeenten en € 1,1 mln. aan diverse subsidies voor MO activiteiten aan STEK, Stichting Barka, Stichting LdH, Kessler Stichting en De Huismeesters Zuid-Holland B.V., € 3,5 mln. aan huurkosten en nutsvoorzieningen voor de opvanglocaties, en de resterende € 3,2 mln. is uitgegeven aan ondersteuning van diverse activiteiten op het gebied van dak- en thuisloosheid. De baten bestaan uit een neutrale tegenboeking bij de reserves van € 4,0 mln. en een eigen bijdrage van huurders van het complex Willem Dreeshuis.

De lasten van maatwerkarrangementen Maatschappelijke Opvang bedragen € 6,1 mln.

Daklozenloket en de opvang van gezinnen en alleenstaanden bestaat uit € 5,9 mln. aan lasten en de baten van € 0,4 mln. uit eigenbijdrage.  

In 2023 is € 2,2 mln. aan lasten gerealiseerd voor het beheer van accommodaties. Daarnaast is € 2,2 mln. aan baten gerealiseerd met de verhuur van deze accommodaties.

Jeugdbescherming (lasten € 9,9 mln.)
Dit betreft voor € 9,2 mln. ingekochte jeugdhulp via gemeenschappelijke inkoop SBJH/H10. Daarnaast is in 2023 gestart met het Project proeftuin kinderbescherming kosten € 0,7 mln.   

Toelichting financieel resultaat Bescherming jeugd en gezin en Maatschappelijke opvang
(€ 1,0 mln. N/I)
Het resultaat op de het cluster Bescherming jeugd en gezin en Maatschappelijke opvang bestaat uit de volgende activiteiten

Lasten (€ 1,9 mln. V/I)

Toegang en eerstelijnsvoorzieningen (€ 6,9 mln. N/I)
- Het op peil houden van de jeugdteams heeft tot € 2,7 mln. extra kosten geleid. Bij de inkoop van jeugdteams is in het verleden een contract aangegaan dat gezien de benodigde capaciteit niet binnen de begroting paste. Dit jaar kan bovendien ongeveer 30% van de benodigde capaciteit niet door de contractpartners worden geleverd, waardoor extra inhuur vanuit de JMO noodzakelijk was. Deze extra inhuur is flink duurder per fte dan ingekocht via de contracten Jeugdteams. De reden van niet leveren volgens contract is het verloop van personeel bij de aanbieders door de afloop van het contract per eind 2023.
- Voor een goede overgang naar de samenwerkingsverbanden was het verder noodzakelijk om de wachtlijsten weg te werken. Hiervoor is extra capaciteit ingezet voor € 1,5 mln.
- De inkoop via SBJH/H10 is € 1,4 mln. voordeliger uitgevallen. Zie voor een toelichting ook het onderdeel Jeugdhulp.
De implementatiekosten HTP bij de contractpartijen waren wegens het gebrek aan middelen niet begroot (€ 3,4 mln. N).
- Overig € 0,6 mln. nadelig waarvan € 0,9 mln. extra inhaalafschrijvingen systeem Bregje.

Beschermd wonen (WMO) en GGZ (€ 5,0 mln. V/I)
Het voordelige saldo van € 5,0 mln. betreft vooral Beschermd Wonen en bestaat uit voordelen op Zorg in natura (€ 5,0 mln.) en PGB (€ 0,4 mln.) en een nadeel op GGZ (€ 0,4 mln.).
- Het voordeel op de maatwerkarrangementen Zorg in natura van Beschermd Wonen van € 5,0 mln. komt door de “verdringing” in het aantal cliënten Wet langdurige zorg (Wlz). Deze verdringing kent vooral als oorzaak dat toch meer mensen in de Wlz zijn beland dan eerder was ingeschat.
- Het voordeel van € 0,4 mln. op pgb is ontstaan door de betere opzet van het nieuwe MWA-contract per 2020 en het kostenbewust werken. Daarnaast is door de wijkteams terughoudendheid betracht bij het toekennen van persoonsgebonden budgetten in plaats van zorg in natura.
- Door ZonMw is een subsidie toegekend voor het project Aanpak overlast verward gedrag Den Haag met een looptijd van 42 maanden van totaal € 1,8 mln. De subsidie is in de tweede helft van het jaar goedgekeurd en het voorschot van € 0,4 mln. voor 2023 eind november ontvangen.  De projectkosten voor 2023 zijn daadwerkelijk gerealiseerd maar door de latere ontvangst van de subsidie niet opgenomen in de begroting.

Huiselijk Geweld (€ 2,0 mln. V/I)
Op subsidies is een voordeel gerealiseerd door vrijval van subsidievaststellingen uit eerdere jaren van €0,4 mln. Het resterende voordeel van € 1,6 mln. komt door de lagere lasten in het kader van de regionale middelen die bedoeld zijn voor de 3 ontwikkelsporen. Door personeelstekort bij onze samenwerkingsorganisaties en de hoge werkdruk is er vertraging opgelopen bij de implementatie van een aantal ontwikkelsporen.

Maatschappelijke- en vrouwenopvang (WMO) (€ 2,2 mln. V/I)
- Een voordeel van € 1,3 mln. op de maatwerkarrangementen Maatschappelijke Opvang (MO) is ontstaan doordat het aantal MO klanten met alleen een indicatie dagbesteding en/of begeleiding lager is dan van waar in de begroting is uitgegaan.
- Het voordelige saldo van € 1,7 mln. op de subsidies Maatschappelijke Opvang. Reden hiervan zijn incidentele meevallers in 2023 zoals de toevoeging van de coronakostencompensatie 2022 van € 2,8 mln. aan de exploitatiebegroting 2023 enerzijds en een structurele verlaging van de decentralisatie uitkering MO vanuit het Rijk met € 1,5 mln. (septembercirculaire) anderzijds, wat per saldo een effect van € 1,3 mln. voordeel oplevert. Daarnaast is een deel van de kosten voor de permanente winteropvang en winterkouderegeling seizoen 2023-24 pas in 2024 gerealiseerd (€ 0,4 mln.).
 - Diverse overige: Nadeel van € 0,5 mln. op het daklozenloket en de opvang van gezinnen en alleenstaanden en nadeel van € 0,3 mln. op Zorg en opvang.

Jeugdbescherming (€ 0,5 mln. N/S)
Op de inkoop van voorzieningen via de SBJH/H10 is een nadeel gerealiseerd van € 0,3 mln.. Zie voor een toelichting ook het onderdeel Jeugdhulp.

Baten (€ 2,9 mln. N/I)

Huiselijk Geweld (€ 1,6 mln. N/I)
Zie ook lasten. Door de lagere lasten is een lagere onttrekking van de reserve Regiofunctie vrouwenopvang gedaan.

Maatschappelijke Opvang en GGZ (€ 1,3 mln. N/I)
- Een deel van kosten voor de Permanente winter opvang en winterkoudenregeling seizoen 2023-24 zijn pas in 2024 gerealiseerd. Hierdoor is er in 2024 minder beroep gedaan op de reserve. Daarnaast zijn er diverse kleine nadelige posten.

Gespecialiseerde zorg en ondersteuning

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2023

163.031

1.878

161.153

N

Begroting 2023

179.667

1.386

178.281

N

Resultaat

16.637

V

492

V

17.129

V

Toelichting op lasten en basten Gespecialiseerde zorg en ondersteuning
De lasten ten bedrage van € 163,0 mln. bestaan uit:

  • € 131,5 mln. voorzieningen die zijn geleverd door zorgaanbieders, leveranciers van hulpmiddelen, vervoerders en installateurs aan inwoners;
  • € 6,8 mln. besteed aan keuringen van cliënten, zonnebloemauto’s voor rolstoelvervoer, onderhoud aan trapliften, draaideuronderhoud en aanpassingen van het ICT-landschap.;
  • € 24,7 mln. besteed aan gemeentelijke dienstverlening. Het gaat hierbij onder meer om het keukentafelgesprek met de cliënt om te bespreken wat de zorgbehoefte is om passende zorg te kunnen verlenen. Behalve aan het keukentafelgesprek is het besteed aan de administratieve afhandeling van de na het keukentafelgesprek verstrekte voorzieningen en van de opgestelde ondersteuningsplannen. Deze plannen zijn nodig voor contacten met zorgaanbieders en klanten. Daarnaast is het geld besteed aan ondersteuning door informatievoorziening en procesoptimalisatie van de verschillende werkzaamheden.

De baten bedragen € 1,9 mln. Voor € 1,7 mln. is aan eigen bijdragen ontvangen, die het Centraal Administratie Kantoor (CAK) voor gemeenten int. Het abonnementstarief maakt naast de eigen bijdrage voor beschermd wonen onderdeel uit van deze eigen bijdrage CAK. Het abonnementstarief is in 2023 betaald door cliënten die een voorziening huishoudelijke hulp hadden of een voorziening voor maatwerk hulpmiddelenvervoer of voor woonvoorzieningen. Hierbij waren cliënten met een inkomen tot 130% van de bijstandsnorm (RIS 301400) vrijgesteld van het abonnementstarief. De andere baat is de door de gemeente geheven eigen bijdrage voor taxivervoer AV070 (€ 0,2 mln.).

Toelichting financieel resultaat Gespecialiseerde zorg en ondersteuning      (€ 17,1 mln. VI)
Het resultaat op de het cluster Gespecialiseerde zorg en ondersteuning opvang bestaat uit de volgende activiteiten

Lasten (€ 16,6 mln. V/I)
Maatwerkvoorzieningen (Wmo) (€ 6,3 mln. V/I)
Het voordeel van € 6,3 mln. bestaat uit voordelen op Woonvoorzieningen (€ 2,8 mln. voordelig), Hulpmiddelen vervoer (€ 2,0 mln. voordelig) en Aanvullend vervoer 070 (€ 1,5 mln.).
- Een voordeel van € 2,8 mln. bij woonvoorzieningen is deels (€ 1,4 mln.) ontstaan door de voortdurende controle van aanvragen van duurdere woonvoorzieningen op passende inzet. In de begroting was tevens      € 1,4 mln. opgenomen voor collectieve stallingen scootmobielen en andere vervoersvoorzieningen (€ 0,6 mln.), uitbreiden deelgebruik scootmobielen (€ 0,5 mln.) en onderhouds- en reparatiekosten woningaanpassingen (€ 0,3 mln.), maar deze bestedingen zijn niet bijtijds gerealiseerd en doorgeschoven naar 2024.
- Een voordeel van € 2,1 mln. bij hulpmiddelen vervoer is ontstaan door de voortdurende controle van aanvragen van duurdere hulpmiddelen met specifieke aandacht voor toekenning van scootmobielen.
- Een voordeel van € 1,5 mln. bij AV 070 is ontstaan omdat het aantal gereden kilometers in 2023 een stuk lager is dan het begrote volume. Naast het volumevoordeel is ook sprake van een prijsvoordeel wat te maken heeft met de lagere prijs vanaf 1 augustus (ingangsdatum nieuwe contract).

Huishoudelijke hulp (Wmo) (€ 1,9 mln. V/I)
Het voordelige saldo van € 1,9 mln. bestaat uit voordelen op Zorg in natura (€ 1,5 mln.) en PGB (€ 0,4 mln.)
- Een voordeel van € 1,5 mln. op Zorg in natura is ontstaan omdat in de begroting rekening is gehouden met hogere aantallen vanuit de aanzuigende werking van het Wmo abonnementstarief. Deze aantallen zijn in de realisatie lager en blijven achter bij de aantallen van vóór de coronapandemie.  
 - Een voordeel van € 0,4 mln. op PGB is ontstaan door de betere opzet van het nieuwe MWA-contract per 2020 en het kostenbewust werken. Daarnaast is door de wijkteams terughoudendheid betracht bij het toekennen van persoonsgebonden budgetten in plaats van zorg in natura.

Begeleiding (Wmo) (€ 7,5 mln. V/I)
Het voordelig verwachte saldo mln. bestaat met name uit voordelen op Zorg in natura (€ 4,7 mln.) en PGB (€ 1,0 mln.).
 - Een voordeel van € 4,7 mln. op Zorg in natura is ontstaan omdat in de begroting rekening is gehouden met de aanzuigende werking van het Wmo abonnementstarief. Deze aantallen zijn in de realisatie lager en blijven achter bij de aantallen van vóór de coronapandemie.
 - Een voordeel van € 1,0 mln. op PGB is ontstaan door de betere opzet van het nieuwe MWA-contract per 2020 en het kostenbewust werken. Daarnaast is door de wijkteams terughoudendheid betracht bij het toekennen van persoonsgebonden budgetten in plaats van zorg in natura.

Daarnaast zijn de volgende voordelen voor in totaal € 1,8 mln. gerealiseerd:
 - Op Maatwerk & Regie is een voordeel gerealiseerd van € 1,0 mln. omdat de personele doorbelasting vanuit de uitvoeringsorganisaties niet nodig is door voldoende reguliere middelen binnen de activiteiten. Bij de JMO heeft dit te maken met de vertraging op de doorontwikkeling waar middelen voor gereserveerd waren voor nieuwe functies.
 - Lagere lasten voor gemeentelijke dienstverlening vanuit de doorbelasting Expertcentrum, Servicecentrum en Directiebudget JMO (€ 0,3 mln.) en door niet ingevulde vacatures bij de afdelingen Contract- en relatiemanagement, en Misbruik & Oneigenlijk gebruik (€ 0,5 mln.).

Dagbesteding (Wmo) (€ 1,1 mln. V/I)
Het voordelig verwachte saldo mln. bestaat uit voordelen op Zorg in natura (€ 0,5 mln.) en PGB (€ 0,6 mln.).
- Een voordeel van € 0,5 mln. op Zorg in natura is ontstaan omdat in de begroting rekening is gehouden met de aanzuigende werking van het Wmo abonnementstarief. Deze aantallen zijn in de realisatie lager en blijven achter bij de aantallen van vóór de coronapandemie.  
- Een voordeel van € 0,6 mln. op pgb is ontstaan door de betere opzet van het nieuwe MWA-contract per 2020 en het kostenbewust werken. Daarnaast is door de wijkteams terughoudendheid betracht bij het toekennen van persoonsgebonden budgetten in plaats van zorg in natura.

Baten (€ 0,5 mln. V/I)
Huishoudelijke hulp (Wmo) (€ 0,5 mln. V/I)
- De eigen bijdragen (baten) zijn € 0,5 mln. hoger door een verbetering in de inning bij het CAK van de opgelegde bijdragen vanuit het Wmo abonnementstarief.

Jeugdhulp

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2023

180.473

173

180.300

N

Begroting 2023

165.045

0

165.045

N

Resultaat

15.428

N

173

V

15.255

N

Toelichting op lasten en baten
De lasten van € 180,5 mln. voor dit jaar zijn besteed aan: 

  • Persoonsgebonden budget jeugdhulp € 7 mln. 
  • Ingekochte jeugdhulp via gemeenschappelijke inkoop SBJH/H10 € 154,9 mln. waarvan: 
  • Begeleiding € 22,1 mln., 
  • Behandeling (inclusief GGZ) € 53,4 mln., 
  • Overig Jeugdhulp zonder verblijf € 1,4 mln.,
  • Dagbesteding € 20,9 mln.,
  • Pleegzorg € 10,6 mln.,
  • Gezinsgericht € 4,9 mln.,
  • Crisis/LTA/GGZ-verblijf € 12,5 mln.,
  • Gesloten plaatsing € 4,9 mln.
  • Jeugdreclassering € 2,2 mln.,
  • Overig jeugdhulp met verblijf € 21,8 mln.
  • Jeugdwetvervoer € 5,2 mln. 
  • Gemeenschappelijke regeling Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden € 2,4 mln. 
  • Specifieke voorzieningen niet via de gemeenschappelijke regeling in te kopen € 2,8 mln.
  • Voorzieningen verstrekt voor inwoners Den Haag door andere gemeenten ingekocht € 1,2 mln.
  • Regiobegroting ten behoeve van verbetering processen en afbouw JeugdhulpPlus € 2,1 mln.
  • Projectkosten Toekomstperspectief Jeugd € 1,1 mln.
  • Overige inkoop € 1,6 mln.
  • Apparaat € 2,2 mln.

De baten ad € 0,2 mln.  betreft een Specifieke uitkering van het Rijk voor randvoorwaardelijke functies Jeugdhulp.

Toelichting financieel resultaat Jeugdhulp               (€ 15,3 mln. N/S)
Het resultaat van dit cluster valt uiteen in 11 activiteiten. Deze hebben echter een sterke samenhang met elkaar. Het resultaat zal daarom in zijn totaliteit worden uiteengezet.

Lasten ( € 15,4 mln. N/S)
Inkoop in 2023 van jeugdhulp via het SBJH (€ 16,6 mln. N/S)
Een belangrijke hoofdverklaring van het negatieve resultaat bij Jeugd is het resultaat op de inkoop in 2023 via het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden dat tot een nadeel heeft geleid van € 22,0 mln. De inkoop van jeugdhulp via SBJH onder dit cluster is onderdeel van de totale inkoop van jeugdhulp via het SBJH. De € 22 mln. nadeel ontstaat door twee onderdelen:

1. Door de landelijk afgesproken bezuinigingen uit de hervormingsagenda Jeugd is de begroting 2023 (ondanks toevoegingen van prijscompensatie) afgenomen ten opzichte van 2022 (€ 1,7 mln. N) (van € 153,6 mln. in 2022 naar € 151,9 mln. in 2023).
2. Daarnaast stijgen de uitgaven ten opzichte van 2022 met € 14,9 mln. Aangezien de inkoop 86% van de lasten op deze activiteiten uitmaakt is onder dit onderdeel in een aparte paragraaf een analyse opgenomen naar activiteit. In deze analyse van de inkoop zijn ook de jeugdactiviteiten “Toegang en eerstelijns-voorzieningen” en Jeugdbescherming opgenomen. Deze vallen onder een andere hoofdactiviteit.

N.B. De verdeling van de begroting over deze activiteiten is niet opgenomen omdat de activiteiten met ingang van 2023 nieuw waren ingericht en een goede historische verdeling ontbrak. De verdeling over de regio is hiervoor gebruikt maar deze blijkt niet representatief voor Den Haag.

Afloop inkoop via het SBJH over vorige jaren (€ 1,8 mln. V/I)
Uiteindelijk is over 2022 minder gedeclareerd dan aan lasten in de jaarrekening 2022 was opgenomen (€ 1,8 mln. V). Dit is deels volgens verwachting: de controleverklaringen over 2022 die vorig jaar laat zijn ontvangen waren al € 1,2 mln. lager dan het bedrag opgenomen in de jaarrekening 2022.

Gebruik van pgb’s gestegen (€ 2,4 mln. N S/I)
Het gebruik van pgb’s is gestegen van € 4,2 mln. in 2022 naar € 7 mln. in 2023. Circa € 0,8 mln. is te verklaren door de inzet van pgb voor dagbesteding omdat de betrokken organisaties niet wilden leveren onder het contract met SBJH. De groei die hierna overblijft van 22% is hoger dan de 3,6% bij zorg in natura (=inkoop bij SBJH). Dit is mogelijk een gevolg van de nieuwe aanbesteding waardoor klanten dit als uitwijkmogelijkheid zien.

A fbouw Jeugdhulpplus (€ 1,3 mln. N/I)
Het kabinet wil zo min mogelijk kinderen uit huis plaatsen en de gesloten jeugdhulp zoveel mogelijk afbouwen. Daarvoor is binnen deze hulpverlening een omslag nodig naar afbouw, kleinschaligheid en ambulantisering. De afbouw in 2023 en 2024 van het aantal gesloten bedden en de creatie van hybride bedden (voor kinderen die hoog-intensieve zorg nodig hebben zonder vrijheidsbeperkende maatregelen) bracht frictiekosten met zich mee in 2023 van € 1,3 mln.

Diverse kosten (€ 3,1 mln. V/I)
Op diverse posten zijn voordelen gerealiseerd zoals bij de analysetafel Jeugd (voor voorzieningen die niet via de inkoop SBJH zijn te regelen) (€ 0,6 mln. V) en bij het project Haags Toekomst Perspectief Jeugd (€ 0,9 mln. V). Daarnaast zijn er nog beperkte andere voor- en nadelen: samen € 1,9 mln. V.

Baten – (€ o,2 mln. V/I)
Extra baten SPUK (€ 0,2 mln. V/I)
Er is een specifieke uitkering van het Rijk voor randvoorwaardelijke functies Jeugdhulp beschikbaar gekomen.


Diepere Analyse Inkoop in 2023 van jeugdhulp via het SBJH inclusief sturing
Zoals in de bovenstaande verschillen analyse reeds is beschreven zijn de uitgaven ten opzichte van 2022 met € 14,9 mln. gestegen. De onderstaande tabel toont de declaraties van 2022 en de raming van 2023 (d.w.z. de gestegen lasten) per activiteit. De stijging is vrijwel op alle activiteiten zichtbaar.

Analyse uitkomst 2023 voorzieningen SBJH/H10

(bedragen x € 1 mln.)

Aantal klanten

Bedrage

Gemiddelde per kwartaal (t/m Q3) (1)

‘Begroting’
2022 Gedeclareerd (2)

Rekening 2023 Lasten geraamd (3)

T0ename in € 2023 t.o.v. 22 (4)=(3)-(2)

6.2 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen

 296

 3,4

 3,2

 -0,2

6.72a Jeugdhulp begeleiding

 1.774

 21,2

 22,5

 1,3

6.72b Jeugdhulp behandeling

 1.810

 13,7

 16,1

 2,4

6.72c Jeugdhulp dagbesteding

 790

 17,5

 21,2

 3,7

672.d Jeugdhulp zonder verblijf overig

 25

 3,9

 1,7

 -2,2

6.73a Pleegzorg

 755

 9,2

 10,7

 1,5

6.73b Gezinsgericht

 79

 3,8

 5,0

 1,2

6.73c Jeugdhulp met verblijf overig

 289

 20,7

 20,9

 0,3

6.74a Jeugdhulp behandeling GGZ zonder verblijf

 5.835

 34,2

 38,4

 4,2

6.74b Crisis/LTA/GGZ-verblijf

 837

 10,4

 12,6

 2,2

6.74c Gesloten plaatsing

 28

 4,2

 5,0

 0,8

6.82a Jeugdbescherming

 952

 9,2

 9,0

 -0,2

6.82b Jeugdreclassering

 308

 2,2

 2,3

 0,1

Totaal

 9.607

 153,6

 168,5

 14,9

Bron 1: SBJH declaraties in 2022 en in de eerste drie kwartalen van 2023.
Bron 2: Prognose SBJH per 1 maart 2024 van geleverde zorg 2023.

De bovenstaande toename in lasten ontstaat door twee elementen, namelijk: prijsindexatie, de toename van het aantal klanten en de intensiteit van de zorg. De samenvatting van het geheel is dat Jeugd een open-einde regeling is met veel externe verwijzers met veel beslismacht over in te zetten hulp bij zorgaanbieders. Dit is ook te zien in de toename op totaalniveau van het aantal klanten (veroorzaken 2,5% van de groei van de uitgaven) en van de groei van de intensiteit van de zorg (veroorzaken 1,1% van de groei van de uitgaven). Per categorie dient de analyse vooral ten behoeve van het verhogen van inzicht in waar de groei zit.

Analyse uitkomst 2023 voorzieningen via SBJH/H10

(bedragen x € 1 mln.)

% verdeling toename bedrag naar oorzaak

Percentage

Prijsindexatie (1)

Toename aantal klanten (2)

Toename bedrag per klant (3)

Toename in % 2023 t.o.v. 22 (4)=(1)+(2)=(3)

6.2 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen

5,9%

-6,8%

-5,7%

-6,6%

6.72a Jeugdhulp begeleiding

5,9%

1,1%

-0,7%

6,2%

6.72b Jeugdhulp behandeling

5,9%

-0,4%

11,9%

17,4%

6.72c Jeugdhulp dagbesteding

5,9%

8,4%

6,7%

21,0%

672.d Jeugdhulp zonder verblijf overig

5,9%

16,1%

-78,8%

-56,9%

6.73a Pleegzorg

10,0%

13,0%

-6,7%

16,3%

6.73b Gezinsgericht

5,9%

11,8%

12,9%

30,6%

6.73c Jeugdhulp met verblijf overig

5,9%

-21,7%

17,0%

1,2%

6.74a Jeugdhulp behandeling GGZ zonder verblijf

5,9%

7,3%

-0,9%

12,2%

6.74b Crisis/LTA/GGZ-verblijf

5,9%

6,6%

8,8%

21,3%

6.74c Gesloten plaatsing

5,9%

-4,4%

17,6%

19,1%

6.82a Jeugdbescherming

5,9%

-12,3%

3,9%

-2,5%

6.82b Jeugdreclassering

5,9%

-1,8%

1,5%

5,5%

Totaal

6,1%

2,5%

1,1%

9,7%

De lasten zijn sterk gestegen ondanks sturing op de kostenstijging en de doorverwijzingen van externe verwijzers.
Het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden verzorgt de inkoop van jeugdzorg van Den Haag en de samenwerkingspartners. Het huidige jeugdhulp contract loopt sinds 1 januari 2021. Door de open house constructie met P maal Q financiering zijn er overeenkomsten met circa 180 jeugdhulpaanbieders. Om meer grip te krijgen op de kosten van de tweedelijns jeugdhulp werken we sinds 1 januari 2021 met instrumenten als de bestedingsruimte en het richtinggevend kader:

  • De bestedingsruimte is een raming van de maximale omzet per kalenderjaar die door de gemeente wordt toegekend aan een jeugdhulpaanbieder. De bestedingsruimte is een lichtere en meer flexibele variant van het budgetplafond.
  • In het richtinggevend kader is de inzet (aantal uren/looptijd) bij gemiddelde problematiek van de jeugdige opgenomen. Het kader is richtinggevend en niet dwingend, omdat er in overleg met de gemeenten en op basis van de problematiek van het kind/gezin van afgeweken kan worden.

De gemeente heeft daarnaast het team relatiemanagement en het toegangsteam (T-team) ingezet om doorlopend in gesprek gegaan met de grootste en/of snelst in omzet stijgende jeugdhulpaanbieders. Doel hiervan is het maken van afspraken over de juiste inzet van jeugdhulp en het per aanbieder binnen de bestedingsruimte blijven. In 2023 is deze aanpak voortgezet met de focus op de 45 grootste en/of snelst stijgende aanbieders. Binnen deze groep is speciale aandacht gegeven aan de ontwikkeling bij de aanbieders die deelnemen aan de samenwerkingsverbanden die vanaf 1-1-2024 de basishulp en specialistische jeugdhulp leveren.

Volksgezondheid

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2023

92.509

55.256

37.253

N

Begroting 2023

101.202

61.828

39.374

N

Resultaat

8.693

V

6.572

N

2.121

V

Toelichting op lasten en basten
De totale lasten voor de activiteit Volksgezondheid bedraagt € 92,5 mln. Van dit bedrag is € 22,6 mln. besteed aan de Jeugdgezondheidszorg, € 20 mln. aan de activiteit openbare gezondheidszorg en betreft € 24,4 mln. de lasten van de gemeenschappelijke regeling GGD. Aan de uitvoering van de lokale taken van de GGD is € 7,4 mln. besteed. Verder is € 18,1 mln. besteed aan de ambulancedienst. 

De gemeente Den Haag voert de regionale GGD-taken uit in opdracht van de gemeenschappelijke regeling GGD/Veilig Thuis, waartoe 9 gemeenten in de regio Haaglanden behoren, inclusief de gemeente Den Haag. De gemeenschappelijke regeling heeft de uitvoering van haar taken uitbesteed aan de gemeente Den Haag. Hiervoor ontvang de gemeente Den Haag in 2023 voor wat betreft de GGD-taken een vergoeding. Dit bedrag is een baat en een last in de jaarrekening.  

De meerkostenregeling, Specifieke Uitkering (SPUK) basisinfrastructuur en najaarscampagne Corona en Versterking Infectieziektebestrijding en Pandemische Paraatheid (VIP) (circa € 12,3mln.) worden vergoed en gefinancierd door het VWS. Daarnaast loopt een projectsubsidie aan de GGD GHOR Nederland via het VWS voor het uitvoeren van een HPV18+ campagne voor onder andere GGD Haaglanden (circa 2,3 mln.). Deze lasten en baten leiden niet tot een financieel resultaat.

Toelichting financieel resultaat Volksgezondheid         (€ 2,1 mln. V/ I)

Het resultaat op de activiteit Volksgezondheid bestaat uit de volgende onderdelen

Lasten – (€ 8,7 mln. V/I)
Openbare gezondheidszorg (€ 1,4  mln. V/I)
Dit resultaat wordt verklaard doordat de middelen voor zowel HPA als SPUK tegelijkertijd beschikbaar zijn gekomen voor dezelfde doelen. De precieze regeling van het Rijk en de omvang werd pas later in het jaar definitief waardoor er minder is gerealiseerd waarvan € 0,7 mln. minder op de HPA middelen en € 0,7 mln. minder op de SPUK middelen. Daardoor wordt ook minder onttrokken uit de SPUK-middelen.  

Uitvoeringsorganisatie GGD Haaglanden (€ 7,3 mln. V/I)
Het totale resultaat van de GGD is verdeeld in een resultaat met betrekking tot:
1): Voordeel kosten van het primair proces (€ 0,8 mln. V) en overheadkosten (€ 1,0 mln. N). Hierdoor is er een onderbesteding binnen programma 8 en overbesteding op programma Overhead. In de GGD-begroting zijn een aantal functies die conform het Haags Generiek Functiehuis geclassificeerd worden als overheadfuncties en worden begroot als primair-proces-functies.
2) Daarnaast is op dit onderdeel neutraal resultaat met betrekking tot de meerkostenregeling, Specifieke Uitkering (SPUK) basisinfrastructuur, najaarscampagne Corona, Versterking Infectieziektebestrijding en Pandemische Paraatheid (VIP) en HPV 18+ van € 6,9 mln., de kosten zijn lager uitgekomen dan begroot.

Baten – (€ 6,6 mln. N/I)
Openbare gezondheidszorg (€0,7  mln. N/I)
Zie ook lasten. Voor de lagere lasten op de SPUK zijn ook minder SPUK-middelen onttrokken.  

Uitvoeringsorganisatie GGD Haaglanden (€ 6,9 mln. N/I)
Zie ook lasten: Omdat de werkelijke kosten worden afgerekend met het Rijk staat tegenover de lagere last een even lagere baat.

Divers (1,0 mln. V/I)

Opgave Nieuwkomers

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Rekening 2023

45.146

45.146

0

V

Begroting 2023

50.650

50.650

0

V

Resultaat

5.504

V

5.504

N

0

Toelichting op lasten en basten
Voor de bekostiging van de opvang van Oekraïners en Asiel zijn verschillende rijksregelingen van toepassing die de kosten voor huisvesting, opvang, onderwijs, leefgeld, etc. afdekken. Een deel van deze kosten wordt vergoed op basis van werkelijk gerealiseerde kosten en een deel op basis van een vaste vergoeding (normbedragen). De werkelijke kosten (rekening 2023) en baten (de werkelijke rijksvergoeding) wijken aanzienlijk af van de begroting omdat de taakstelling voor 2023 ('het aantal op te vangen Nieuwkomers) tussentijds een aantal keer is aangepast in overleg tussen gemeenten en Rijk.

Toelichting financieel resultaat Opgave Nieuwkomers         (€ 0 mln.)

Lasten (€ 5,5 mln. V/I)
Voor de opvang van Oekraïense ontheemden wordt voor 2023 een rijksvergoeding verwacht van ongeveer
€ 59 miljoen. Dit bedrag komt binnen op een overlopende passivum en daarom hier niet zichtbaar. Het bedrag is € 8,3 mln. hoger dan begroot omdat de vergoeding doorstijgt na het sluiten van de begroting.

In totaal ontstaat er op de opvang van Nieuwkomers een voordeel van ongeveer € 13,1 miljoen (5,5 mln. voordeel op dit programma, € 8,3 mln. hogere ontvangsten en € 0,7 mln. hogere uitgaven overhead). Dit voordeel is nog enigszins onzeker omdat het is gebaseerd op een vergoeding van het Rijk die we pas na de zomer 2024 ontvangen en kan afwijken omdat er strenge eisen worden gesteld aan de declaratie (meerdere Sisa-regelingen). Met name over de werkelijke vergoeding van verbouwingskosten van locaties (€ 7-8 mln.) is nog veel onzekerheid. Dit komt omdat bij de aanvraag voor een verbouwing geen posten onvoorzien of risico opslag opgenomen mogen worden en bij de eindafrekening richting het Rijk daar het gesprek over gevoerd moet worden. Hier is echter ook al contact met het Rijk over geweest. Het vermoedelijke voordeel wordt mede daarom voorlopig gereserveerd. Het voordeel wordt ook gereserveerd voor nieuwe investeringen in 2024 in opvang voor nieuwkomers (om zo onder de verlaagde normvergoeding van het Rijk te blijven) en het opvangen van toekomstige financiële risico’s als gevolg van fluctuaties in de vergoedingen en het aantal op te vangen nieuwkomers.  Over het aantal op te vangen nieuwkomers in 2024, 2025 en verder bestaat veel onzekerheid als gevolg van de vorming van het nieuwe kabinet, de verdere behandeling van de spreidingswet, de overloop bij het aanmeldcentrum in Ter Apel en wereldwijde veiligheidssituatie.

Het voordeel ontstaat omdat de gemeente Den Haag landelijk vooruitloopt in het snel en innovatief invullen van de opvang. De opgaveorganisatie maakt steeds minder gebruik van hotels (noodopvang), maar steeds meer van leegstaande kantoorpanden (zoals Soza), die voor langer tijd kunnen worden gebruikt, waarbij het sociaal beheer door de gemeente zelf wordt ingevuld. Hierdoor is de opvang goedkoper (en beter) georganiseerd dan de gemiddelde gemeente, die de basis is voor de normvergoeding van het Rijk. Daarnaast is er vanaf 2023 één geïntegreerde opgave-organisatie voor de opvang en zorg van Oekraïners en asielzoekers gecombineerd uitvoert waardoor extra wordt bespaard op alle losse rijksvergoedingen voor aparte groepen en activiteiten.  Het voordeel is nodig voor verdere ontwikkeling van de Haagse aanpak, waarbij wordt geïnvesteerd in multifunctionele (semi) permanente locaties, die ook ten goede komen aan de wijk en andere bewoners. Dit is ook nodig omdat de norm-vergoeding door het Rijk voor 2024 met meer dan 20% wordt verlaagd. Daarnaast is reservering nodig om de risico's af te dekken die ontstaan als het Rijk besluit om de opvang af te bouwen of de tijdelijke vergoedingen verder te verlagen.

Baten (€ 5,5 mln. N/I)
Aangezien de lasten en baten gelijk zijn aan elkaar wordt er € 5,5 mln. minder lasten dan begroot gerealiseerd.

Reserves, voorzieningen en investeringen

bedragen x € 1.000

Reserves (begroting vs. realisatie)

Begroting 2023

Rekening 2023

Saldo

Toevoeging

Onttrekking

Vrijval

Toevoeging

Onttrekking

Vrijval

afwijking

Maatschappelijk Opvang

8.500

3.000

0

8.500

2.103

0

897

Verzachtingsgelden Wmo en Jeugdhulp

0

0

0

0

0

0

0

Regiofunctie Maatschappelijke opvang, Vrouwenopvang en Ambulancezorg

168

4.626

0

0

1.861

0

2.597

Totaal

8.668

7.626

0

8.500

3.964

0

3.494

 
Reserve Maatschappelijke opvang
Een deel van kosten voor de Permanente winter opvang en winterkoudenregeling seizoen 2023-24 zijn pas in 2024 gerealiseerd. Hierdoor is er in 2024 minder beroep gedaan op de reserve.

Reserve Regiofunctie maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en ambulancezorg
In 2023 zijn samen met de betrokken netwerkpartners en de JMO plannen gemaakt om in te zetten op o.a. femicide en (ex-)partnerstalking. Eind 2023 is de Haagse aanpak Gendergerelateerd 2023-2026 naar de gemeenteraad verstuurd. Een deel van de lagere onttrekking - € 1,7 mln. – komt voort uit het feit dat de plannen eind 2023 zijn vastgesteld en pas de komende jaren vragen om de inzet van meer financiële middelen.

In 2023 heeft er een lagere onttrekking plaatsgevonden op de reserve van de ambulancezorg dan begroot van circa € 0,9 mln. Door vertraging in het verbouwingstraject aan de Vrije Harnasch zijn de lasten van de verbouwing in 2023 lager uitgevallen dan begroot. Verwacht wordt dat deze lasten alsnog in 2024 gerealiseerd worden, waardoor opnieuw een beroep wordt gedaan op de reserve.

bedragen x € 1.000

Investeringen MIP

Begroting 2023

Rekening 2023

Afwijking

Totaal

Bijdragen
derden/Voor-zieningen

Aandeel
gemeente

Totaal

Bijdragen
derden/Voor-zieningen

Aandeel
gemeente

Totaal

Economisch nut:

Beheer en exploitatie CJG

3.097

3.097

1.821

1.821

-1.276

Ruimtebiedende wijkcentra

160

160

0

0

-160

Wijk/ buurtcentrum (integratie en dienstverlening)

0

0

362

362

362

Cliënt Volg Systeem

3.400

3.400

1.267

1.267

-2.133

Ambulancevervoer

0

0

162

162

162

Zorg en Opvang

125

125

125

125

0

Totaal

6.782

0

6.782

3.737

0

3.737

-3.045

Beheer en exploitatie CJG
Door een tekort aan geschikt personeel zijn vertragingen opgelopen bij de werkzaamheden rondom het CJG pand. Daarom is de daadwerkelijke investering in 2023 lager dan begroot.

Cliënt Volg Systeem
De afwijking bij de investering Cliënt Volg Systeem ontstaat doordat de werkzaamheden op dit ICT-systeem minder snel zijn verlopen dan verwacht. Dat wil zeggen dat sommige submodules nog niet zo ver zijn doorontwikkeld als begin 2023 verwacht. Deze investeringsbedragen worden doorgeschoven naar 2024.

Deze pagina is gebouwd op 09/02/2024 14:26:02 met de export van 09/02/2024 14:17:44