Samenstelling programma (obv gerealiseerde lasten en toevoegingen aan reserves
Samenstelling dekkingprogramma (obv gerealiseerde baten incl. ontrekkingen aan reserves)
Wat heeft het gekost?
Toelichting op de samenstelling van de lasten
Het programma Werk en inkomen omvat € 743,7 mln. Binnen het programma wordt zo’n 60% besteed aan bijstandsverleningen en inkomensvoorzieningen. De overige activiteiten bestaan uit re-integratie- en participatie-activiteiten, incl. sociale werkvoorziening (21%) en het gemeentelijk minima-en schuldenbeleid (19%).
Toelichting op de samenstelling van de dekkingsbronnen
De activiteiten worden hoofdzakelijk (52%) gedekt uit de rijksbijdrage voor de bijstandsverleningen en de algemene gemeentelijke middelen (38%).
Bedragen x € 1.000 | ||||||||||
Rekening 2022 | Begroting 2023 voor wijziging | Begroting 2023 na wijziging | Rekening 2023 | Resultaat 2023 | ||||||
Lasten | 699.383 | 666.778 | 670.402 | 685.325 | 14.924 | N | ||||
Baten | 390.489 | 422.327 | 414.976 | 420.371 | 5.396 | V | ||||
Saldo exclusief reserves | 308.894 | N | 244.451 | N | 255.426 | N | 264.954 | N | 9.528 | N |
Toevoegingen aan reserves | 11.600 | 33.000 | 58.375 | 58.375 | 0 | N | ||||
Onttrekkingen aan reserves | 6.609 | 44.744 | 65.846 | 43.750 | 22.095 | N | ||||
Saldo inclusief reserves | 313.885 | N | 232.707 | N | 247.956 | N | 279.579 | N | 31.623 | N |
Resultaten
Het Programma Werk en Inkomen sluit af met een negatief resultaat van € 31,6 mln. Hierin is een niet begrote last voor de uitkering van energietoeslag verwerkt. De dekking voor deze last is in de decembercirculaire toegekend en is in Programma 15 verwerkt. Indien het resultaat voor deze post wordt gecorrigeerd komt het resultaat voor Programma Werk en Inkomen uit op € 4,4 mln. voordelig. De afwijkingen ten opzichte van de begroting worden verderop in dit hoofdstuk toegelicht.
Wat zijn de verschillen met 2022?
- De uitkering van de energietoeslag is niet in Programma 7 begroot. Hiervoor is pas in de decembercirculaire dekking toegekend, die in Programma 15 wordt verantwoord. In 2022 was dit niet aan de orde.
- In de actualisatie van de begroting 2023 is naar aanleiding van het coalitieakkoord 2023-2026 besloten tot een uitname van 10 mln. op het toegestaan tekort van de BUIG.
Participatievoorzieningen | Bedragen x €1.000 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Rekening 2023 | 16.445 | 3.194 | 13.251 | N | ||
Begroting 2023 | 12.771 | 5.518 | 7.253 | N | ||
Resultaat | 3.674 | N | 2.324 | N | 5.998 | N |
Toelichting op lasten en baten
Binnen de activiteit Participatievoorzieningen zijn naast de lasten voor de reguliere dienstverlening ook de lasten voor het programma Inburgering opgenomen. Voor de reguliere dienstverlening bedroegen de lasten € 7,6 mln. en voor het programma Inburgering ging het in 2023 om een bedrag van € 8,9 mln. De baten van € 3,2 mln. Betreft voor € 3,1 mln. dekking voor de Inburgeringsvoorzieningen.
Toelichting financieel resultaat Participatievoorzieningen € 6,0 mln. N/I
Lasten € 3,7 mln. N/I
Intensivering Participatievoorzieningen € 6,0 mln. N/I
In 2023 is de begeleiding voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt geïntensiveerd. Dat betekent dat we meer zijn gaan doen voor de doelgroep en dat de kosten voor deze doelgroep van 20.000 mensen per persoon gemiddeld met € 150 (10%) zijn toegenomen. Dit zit bijvoorbeeld in het Gelijkwaardig Meedoen Lab dat is opgericht waarbij ontwikkelplekken zijn gerealiseerd en de Instapeconomie, die is uitgebreid naar 100 deelnemers. De lasten zijn hierdoor met € 3 mln. toegenomen.
Daarnaast kwamen de apparaatslasten voor Participatie ca 3 mln. hoger uit. Deze apparaatslasten waren begroot op de activiteit Inkomen
Voorzieningen Inburgering € 2,3 mln. V/I
In 2023 zijn 2,3 mln. minder kosten gemaakt dan ingeschat voor de inkoop van voorzieningen Inburgering. Dit wordt veroorzaakt door een lagere instroom van inburgeraars in 2023 dan de taakstelling vanuit het rijk.
Baten € 2,3 mln. N/I
voorzieningen Inburgering € 2,3mln. N/I
In 2023 zijn 2,3 mln. minder baten onttrokken dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een lagere instroom van inburgeraars in 2023 dan de taakstelling vanuit het rijk.
Werkgelegenheidsprojecten | Bedragen x €1.000 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Rekening 2023 | 92.786 | 47.153 | 45.633 | N | ||
Begroting 2023 | 102.696 | 52.296 | 50.400 | N | ||
Resultaat | 9.910 | V | 5.144 | N | 4.766 | V |
Toelichting op lasten en baten
De lasten binnen deze activiteit hebben voor ruim € 50 miljoen betrekking op trajecten naar werk. Ongeveer € 25 miljoen heeft betrekking op arbeidsontwikkeling en werkgeversdienstverlening. Het restant is ingezet voor diverse andere werkgelegenheidsprojecten. Door het samenvoegen van een aantal reserves is € 44 mln. aan baten en lasten geboekt. Daarnaast is er na afwikkeling van een ESF-subsidie € 1,9 miljoen vrijgevallen. Deze middelen zijn in 2023 ontvangen, maar de lasten waar deze subsidie betrekking op heeft zijn reeds in 2021 en 2022 gemaakt en verantwoord.
Toelichting financieel resultaat werkgelegenheidsprojecten € 4,8 mln. V/I
Lasten € 9,9 mln. V/S
Minder gebruik van voorzieningen € 9,9 mln. V/ S
Ten opzichte van begroot (3.200 á 3.400) hebben er 12% minder inwoners aanspraak gemaakt op de dienstverlening van Den Haag Werkt. Dit resulteert in minder gebruik van voorzieningen en daarmee lagere lasten (€ 7,2 mln). Dit structurele voordeel gaan we inzetten voor Participatie en Sociaal Werk cf. de vastgestelde beleidsnota Werk en Participatie (RIS 315004).
Daarbij vallen de uitvoeringskosten per kandidaat 6% lager uit dan begroot (€ 2,7 mln).
Baten € 5,1 mln. N/I
Baten-reserve Armoede, Inkomen en Werk € 7,8 mln. N/I
Er is € 4,75 mln. minder onttrokken uit de reserve Armoede, Inkomen en Werk. Voor € 3,6 mln. betreft het middelen die zijn gereserveerd voor de jongerenaanpak. Mede door het vrijvallen van de ESF-subsidie en de lagere lasten t.g.v. het minder gebruik van voorzieningen, is de onttrekking aan de reserve niet nodig. Hierdoor blijft het bedrag beschikbaar binnen de reserve Armoede, Inkomen en Werk en wordt in de coalitieperiode 2023-2026 ingezet om de jongerenaanpak voort te zetten. Daarnaast is er € 1,8 mln. minder onttrokken uit de reserve ter dekking van programmakosten, voor deze programma’s kon vanuit de incidentele ESF-subsidie in dekking worden voorzien. Doordat het saldo van de reserve hierdoor de maximale hoogte overschreed, is
€ 0, 375 mln. vrijgevallen ten gunste van het resultaat.
Er is € 2,75 mln. minder onttrokken vanuit de reserve LKS t.b.v. StiP subsidies en programmakosten vanuit het Programma Stap Naar Werk met LKS. Door het vrijvallen van de ESF-subsidie en de lagere lasten t.g.v. het minder gebruik van voorzieningen, is de oorspronkelijke onttrekking niet nodig om de gemaakte kosten te dekken.
Baten-overige € 2,7 mln. V/I
Het grootste deel wordt verklaard door positieve afwikkelingsverschillen bij afrekening van ESF-subsidies, ten gunste van de exploitatie. Hiervan is € 1,7 mln ingezet ter dekking van incidentele kosten binnen de activiteit Werkgelegenheidsprojecten. Verder zijn er verschillende kleine bijdragen van samenwerkingspartners ontvangen vanuit de arbeidsmarktregio en het RMT Haaglanden (€ 1 mln).
Intensiveren Uitstroom Bijstand | Bedragen x €1.000 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Rekening 2023 | 13 | 0 | 13 | N | ||
Begroting 2023 | 0 | 0 | 0 | V | ||
Resultaat | 13 | N | 0 | 13 | N |
Sociale werkvoorziening | Bedragen x €1.000 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Rekening 2023 | 45.408 | 4.612 | 40.796 | N | ||
Begroting 2023 | 52.110 | 10.653 | 41.457 | N | ||
Resultaat | 6.701 | V | 6.041 | N | 660 | V |
Toelichting financieel resultaat Sociale werkvoorziening € 0,6 mln. V/I
Lasten: € 6,7 mln. V/I
Doelgroep € 2,7 mln. V/I
Op de salarissen van de doelgroepmedewerkers is een voordeel ontstaan doordat met name de instroom van nieuw beschut medewerkers achterblijft bij de verwachting/begroting. Per saldo scheelt dat bijna 100 medewerkers met als gevolg dat momenteel het bestand aan doelgroepmedewerkers daalt van 1.479 fte naar 1.400 fte (oude cao WSW en nieuw beschut / cao Aan de Slag).
Apparaatslasten (o.a. begeleiding) € 2,5 mln. V/I
Als gevolg van de lager dan verwachte instroom van beschut medewerkers is op de apparaatslasten, waaronder begeleiding, een voordeel ontstaan. Daarnaast is er sprake van een stelpost van € 1,5 mln. die niet ingezet hoefde te worden
Interne omzet & orderkosten € 1,5 mln. V/I
De omzet bij de gemeente Den Haag (vnl. schoonmaak, groenonderhoud, buitenruimte) is ruimschoots gehaald (€ 0,4 mln. overrealisatie). De direct aan de orders gerelateerde kosten (buiten personeelslasten) vielen lager uit (€ 1,1 mln.), wat verband houdt met het dalen van de beschikbare capaciteit en inzetbaarheid daarvan (doelgroepmedewerkers, zie de tekst in het jaarverslag).
Baten: € 6,0 mln. N/S
Externe omzet € 4,7 mln. N/S
De geraamde externe omzet is op onderdelen, evenals voorgaande jaren, niet gerealiseerd. Dit wordt enerzijds veroorzaakt doordat het aantal doelgroepmedewerkers per saldo daalt (zie de tekst in het jaarverslag), anderzijds is er niet altijd een match te maken tussen vraag en aanbod.
Apparaatslasten € 1,7 mln. N/I
Aan de batenkant is sprake van een stelpost van € 1,7 mln.
Doelgroep € 0,4 mln. V/S
Doelgroep gerelateerde baten zoals uitkeringen UWV bij ziekte of loonkostensubsidie
Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen Bedragen x €1.000 | ||||||
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Rekening 2023 | 447.045 | 392.154 | 54.891 | N | ||
Begroting 2023 | 449.787 | 395.045 | 54.742 | N | ||
Resultaat | 2.742 | V | 2.891 | N | 149 | N |
Toelichting op lasten en baten:
De lasten binnen deze activiteit zijn vrijwel volledig ingezet voor het verstrekken van bijstandsuitkeringen. Aanvullend daarop is er voor ongeveer € 20 miljoen aan loonkostensubsidie verstrekt. De baten komen grotendeels vanuit de specifieke uitkering BUIG, het budget vanuit het Rijk van waaruit de bijstand verstrekt wordt. Daarnaast is er na afwikkeling van een ESF-subsidie € 10 miljoen vrijgevallen. Deze middelen zijn in 2023 ontvangen, maar de lasten waar deze subsidie betrekking op heeft zijn reeds in 2021 en 2022 gemaakt en verantwoord.
Toelichting financieel resultaat Inkomen € 0,2 mln. N/I
Lasten: € 2,7 mln. V/I
Het aantal uitkeringen is 1,8% lager dan begroot. Door de ontwikkelingen van het minimumloon is de gemiddelde uitkering zoals betaald met ongeveer 2,3% hoger dan begroot. Per saldo leidt dit tot een voordeel van € 2,7 mln
Baten: € 2,9 mln. N/I
De vergoeding die wij ontvangen via de BUIG beweegt mee met het aantal uitkeringen en is door de daling van het aantal uitkeringen € 2,9 mln lager uitgevallen dan begroot.
Kinderopvang ivm sociaal/medische indicatie | Bedragen x €1.000 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Rekening 2023 | 948 | 38 | 910 | N | ||
Begroting 2023 | 1.241 | 90 | 1.151 | N | ||
Resultaat | 293 | V | 52 | N | 240 | V |
Toelichting op lasten en baten Kinderopvang
In 2023 is per saldo € 0,9 mln. uitgegeven aan kinderopvang. Het overgrote deel is besteed op basis van sociaal-medische indicatie (€ 0,7 mln.). In totaal zijn er circa 1.800 verstrekkingen gedaan. Dit aantal is vergelijkbaar met voorgaande jaar. De overige lasten zijn gemaakt voor kinderopvang voor wettelijke doelgroepen en apparaatslasten.
Gemeentelijk minimabeleid | Bedragen x €1.000 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Rekening 2023 | 101.394 | 2.843 | 98.551 | N | ||
Begroting 2023 | 73.839 | 9.001 | 64.838 | N | ||
Resultaat | 27.555 | N | 6.158 | N | 33.713 | N |
Toelichting op lasten en baten Gemeentelijk Minimabeleid
In 2023 is voor € 54,0 mln. bijzondere bijstand (waaronder een dotatie aan de reserve Armoede, Inkomen en Werk van € 12,0 mln.), € 6,2 mln. Ooievaarspas en € 2,8 mln. aan de overige armoederegelingen besteed. De apparaatslasten voor het gemeentelijk minimabeleid bedroegen € 6,1 mln.
Ook in 2023 is de Energietoeslag uitgekeerd. Dit was € 35,5 mln. aan energietoeslagen die, boven op de reguliere armoederegelingen, aan circa 47.100 huishoudens zijn uitgekeerd.
De baten bestaan voornamelijk uit € 1,5 mln. terugbetaalde leningen in het kader van de bijzondere bijstand € 0,6 mln. uit bijdragen van Leidschendam-Voorburg en Rijswijk voor het gebruik van de Ooievaarspas en €0,2 mln. van de HTM vanwege het ondergebruik op de Ooievaarspas.
Toelichting financieel resultaat Minimabeleid € 33,7 mln. N/I
Lasten € 27,6 mln N/I
Energietoeslag € 35,9 mln. N/I
Op 6 oktober is de wetgeving die het mogelijk maakt om ook in 2023 een Energietoeslag te verstrekken gepubliceerd. Ook dit jaar bood de wetgever de mogelijkheid on deze toeslag ambtshalve te verstrekken. De voorwaarden hiervoor zijn vastgesteld in beleidsregels en vanaf 24 oktober zijn de eerste betalingen verricht. Inmiddels zijn alle ambtshalve betalingen (ca. 47.100) verricht en hebben ca. 6.000 huishoudens een aanvraag gedaan via de gemeentelijke website. Dit aantal is naar verwachting. Het college heeft aanvullend op de middelen van het rijk 2 miljoen beschikbaar gesteld om ook de groep middeninkomens met een inkomen tussen 130 en 150% van het sociaal minimum een energietoeslag ad. € 400,- uit te betalen.
De Energietoeslag komt uit op een nadeel van € 35,8 mln. Dit komt omdat de ontvangst van het rijk wordt verantwoord in het programma van de algemene uitkering. Via de resultaatbestemming wordt dit bedrag verrekend met programma 7 en ontstaat per saldo een klein voordeel op deze activiteit
Bijzondere Bijstand € 7,5 mln. V/I
De kosten voor bijzondere bijstand zijn gedaald. De daling is vooral te zien bij de kosten voor Bewindvoering, waar er een voordeel is van € 0,6 mln. Daarentegen was er een kleine stijging in kosten voor o.a. de regelingen voor huisraad, noodopvang en het overbruggen van een betaalmoment met € 0,2 mln. Tot slot was er geld begroot voor het onttrekken van gelden voor de Energietoeslag (€ 5,8 mln.). Echter is deze niet onttrokken vanuit de reserve.
Ooievaarspas € 1,0 mln. V/I
Het gebruik van de Ooievaarspas is gestegen ten opzichte van vorig jaar. Echter is deze nog niet op het niveau van vóór de corona-maatregelen. Dit is vooral op het gebied van Cursussen/Bibliotheken, Theater en Zelfverdedigingssporten. Daarnaast is er ook een klein voordeel van € 0,2 ontstaan door het ondergebruik van het HTM ten opzichte van de begroting.
Diverse overige verschillen € 0,2 mln. N/I
Baten € 6,2 mln. V/I
Energietoeslag € 6,1 mln. V/I
Het verschil op de baten wordt voornamelijk veroorzaakt door een niet gedane onttrekking t.b.v. de Energietoeslag (€ 5,8 mln.) en door terugvorderingen met betrekking tot energietoeslag (0,3 mln.)
Diverse overige verschillen € 0,1 mln. V/I
Bijzondere hulpverlening huisvesting | Bedragen x €1.000 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Rekening 2023 | 121 | 0 | 121 | N | ||
Begroting 2023 | 121 | 0 | 121 | N | ||
Resultaat | 0 | 0 | 0 |
Toelichting financieel resultaat hulpverlening huisvesting
Het resultaat voor bijzondere hulpverlening huisvesting is € 0,0 mln. Er is € 0,1 mln. uitgegeven conform de begroting.
Kredietfaciliteiten GKB | Bedragen x €1.000 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Rekening 2023 | 1.611 | 5.996 | 4.385 | V | ||
Begroting 2023 | 1.645 | 4.928 | 3.283 | V | ||
Resultaat | 34 | V | 1.068 | V | 1.102 | V |
Toelichting op lasten en baten kredietfaciliteiten GKB
Onder deze activiteit worden de rentebaten en rentelasten van de kredietbank geboekt, inclusief hypotheken en het Pandhuis. In 2023 zijn er 66 hypotheken, 372 Persoonlijke Leningen en 62 Doorlopende kredieten verstrekt. Dit is een daling ten opzichte van voorgaand jaar. Het aantal verstrekte saneringskredieten is ook gedaald van 653 in 2022 naar 489 in 2023. Bij het Pandhuis zijn er in totaal 24.693 nieuwe beleningen en 60.124 verlengde beleningen. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met voorgaand jaar. De rentelasten en rentebaten van deze producten landen op deze activiteit.
Toelichting financieel resultaat Kredietfaciliteiten GKB € 1,1 mln. V/I
Baten € 1,1 mln. V/I
Stijgende marktrente en het verhogen van de rente € 1,1 mln. V/I
In 2023 zijn er drie belangrijke ontwikkelingen geweest bij de GKB.
- De eerste ontwikkeling is de stijging van de marktrente. Door de gestegen marktrente is het voor de GKB duurder geworden om geld aan te trekken.
- De tweede ontwikkeling is de gestegen goudkoers. Daardoor is het uitstaand saldo van de beleende panden gegroeid van 23,7 mln. naar 27,6 mln. Als reactie op de gestegen marktrente is besloten om een deel van de portefeuille te financieren met een langlopende lening.
- Tot slot zijn ook de verkooprentes op de verschillende leningen en het Pandhuis verhoogd.
Dit, in combinatie met de gestegen goudkoers en de langlopende financiering, resulteert in een voordeel van € 1,1 mln.
Advies, informatie en sociaal juridische diensten Bedragen x €1.000 | ||||||
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Rekening 2023 | 17.178 | 7.141 | 10.037 | N | ||
Begroting 2023 | 13.856 | 2.535 | 11.321 | N | ||
Resultaat | 3.322 | N | 4.606 | V | 1.284 | V |
Toelichting op lasten en baten advies, informatie en sociaaljuridische diensten
De uitgaven voor advies, informatie en sociaaljuridische diensten bedragen € 17,2 mln. Dit bestaat uit sociaal raadslieden voor € 5,4 mln., de activiteiten onder Advies en Informatie voor € 4,6 mln., en hulpverlening voor gedupeerden toeslagenaffaire voor € 4,3 mln., waarvoor ook € 4,3 mln. aan baten is ontvangen.
Ook in 2023 hebben inwoners van Den Haag gebruik moeten maken van de hulpverlening in het kader van de toeslagenaffaire. De kosten hiervoor bedroegen in 2023 € 4,3 mln. en zijn gemaakt voor begeleiding van slachtoffers van de toeslagenaffaire alsmede voor het bieden van maatwerk. Deze kosten worden volledig vergoed door het rijk.
Toelichting financieel resultaat
Advies, informatie en sociaaljuridische diensten € 1,3 mln. V/I
Lasten € 3,3 mln. N/I
Incidentele middelen Vroegsignalering en Digitalisering € 1,5 mln. V/I
Door middel van vroegsignalering komen we snel na het ontstaan van betalingsachterstanden bij vaste lastenleveranciers in contact met mensen om hen een passend hulpaanbod te doen. Gemeenten zijn verplicht om in een vroeg stadium op alle signalen van woningcorporaties, zorgverzekeraars en nutsbedrijven in te gaan. In 2023 was hiervoor incidenteel € 1,7 mln. beschikbaar gesteld vanuit het Rijk. Deze middelen zijn niet volledig benut (€ 0,3 mln. voordeel). Een deel van de lasten ( € 0,4 mln.) is gedekt in het kader van het Haags Preventie Aanpak.
Tot slot was er ook € 1,4 mln. aan incidentele middelen beschikbaar voor het digitaliseren en moderniseren van processen en informatievoorziening binnen het domein Financiële Hulpverlening. Echter kon er niet direct geschikt personeel gevonden worden en zijn uiteindelijk niet alle begrote verbeteringen uitgevoerd, waar er een voordeel is ontstaan van € 0,6 mln.
Gedupeerden Kinderopvangtoeslagenaffaire € 4,8 mln. N/I
Ook in 2023 hebben inwoners van Den Haag gebruik moeten maken van de hulpverlening in het kader van de toeslagenaffaire. De kosten hiervoor bedroegen in 2023 € 4,8 mln. en zijn gemaakt voor begeleiding van slachtoffers van de toeslagenaffaire alsmede voor het bieden van maatwerk. Deze kosten worden vrijwel volledig vergoed door de belastingdienst.
Baten € 4,6 mln. V/I
Gedupeerden Kinderopvangtoeslagenaffaire € 4,9 mln. V/I
De baten bestaan uit de ontvangsten vanuit het Rijk voor het bekostigen van het begeleiden van gedupeerden van de toeslagenaffaire.
Ex-gedetineerden € 0,3 mln. N/I
De gemeente heeft minder ex-gedetineerden kunnen begeleiden. Deze activiteit wordt deels gedekt door een rijkssubsidie. Dit leidt tot een lagere dekking in de baten.
Financiele hulpverlening | Bedragen x €1.000 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Rekening 2023 | 3.522 | 372 | 3.150 | N | ||
Begroting 2023 | 3.645 | 520 | 3.125 | N | ||
Resultaat | 123 | V | 148 | N | 25 | N |
Toelichting op lasten en baten financiële hulpverlening
De uitgaven voor financiële hulpverlening bedragen € 3,5 mln. Dit bestaat uit het verlenen van sociale kredieten voor € 0,8 mln., de activiteiten onder het Pandhuis voor € 1,1 mln., bewindvoering voor € 1,0 mln. en het verstrekken van hypotheken en overige onroerend goed-financiering voor € 0,6 mln. Deze uitgaven zijn exclusief de rentebaten en -lasten, welke op de activiteit Kredietfaciliteiten GKB worden verantwoord.
Schuldhulpverlening | Bedragen x €1.000 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Rekening 2023 | 17.230 | 620 | 16.610 | N | ||
Begroting 2023 | 17.066 | 234 | 16.832 | N | ||
Resultaat | 164 | N | 386 | V | 222 | V |
Toelichting op lasten en baten schuldhulpverlening
In 2023 is € 17,2 mln. besteed aan schuldhulpverlening, waarvan € 9,0 mln. aan curatieve en € 5,6 mln. aan preventieve schuldhulpverlening.
Reserves, voorzieningen en investeringen
bedragen x € 1.000 | |||||||
Reserves (begroting vs. realisatie) | Begroting 2023 | Rekening 2023 | Saldo | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Toevoeging | Onttrekking | Vrijval | Toevoeging | Onttrekking | Vrijval | afwijking | |
Werkgelegenheidseffecten | 0 | 8.375 | 0 | 0 | 8.375 | 0 | 0 |
STiP 2.0 | 0 | 15.000 | 0 | 0 | 15.000 | 0 | 0 |
Met LKS meer mensen naar werk / STiP 3.0 | 35.000 | 2.750 | 0 | 35.000 | 0 | 0 | 2.750 |
Vernieuwing ICT werk, inkomen en armoede | 3.000 | 6.700 | 0 | 3.000 | 0 | 0 | 6.700 |
Armoede, Inkomen en Werk | 20.375 | 33.020 | 0 | 20.375 | 20.375 | 0 | 12.645 |
Totaal | 58.375 | 65.846 | 0 | 58.375 | 43.750 | 0 | 22.095 |
Bestemmingsreserve werkgelegenheidseffecten
In 2023 is deze reserve samengevoegd met/overgeheveld naar de reserve Armoede, Inkomen en Werk
Bestemmingsreserve STiP 2.0
In 2023 is deze reserve samengevoegd met/overgeheveld naar de reserve Met LKS meer mensen naar werk / STiP 3.0
Met LKS meer mensen naar werk / STiP 3.0
Vanuit de opgave in het coalitieakkoord om meer mensen met loonkostensubsidie aan het werk te helpen is de reserve ‘Met LKS meer mensen aan het werk / Stip 3.0 ingesteld, zie ook RIS316918, Bijlage 4. In 2023 konden de lasten worden opgevangen binnen de reguliere exploitatie. Daarmee blijven de middelen beschikbaar voor het programma binnen de resterende looptijd
Bestemmingsreserve Vernieuwing ICT werk, inkomen en armoede
Deze reserve wordt gebruikt voor de financiering van een aantal ICT-projecten. De onttrekking is 6,7 mln. lager dan begroot, omdat de lasten in 2023 lager uitvielen en in de reguliere exploitatie konden worden opgevangen. De middelen blijven zo beschikbaar voor latere jaren.
Bestemmingsreserve Armoede, Inkomen en Werk
Deze reserve is in 2021 gevoed met 30,5 mln. bestaande uit Coronamiddelen van het Rijk en voordeel op de Tozo. In 2023 is de reserve verder opgelopen door toevoegingen van middelen in het kader van de Energietoeslag. De uitkering van deze middelen, evenals andere voorziene uitgaven van deze reserve, konden in 2023 worden opgevangen binnen de reguliere begroting.
bedragen x € 1.000 | |||||||
Investeringen MIP | Begroting 2023 | Rekening 2023 | Afwijking | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Bijdragen | Aandeel | Totaal | Bijdragen | Aandeel | Totaal | |
Economisch nut: | |||||||
Luchtbehandelingsinstallatie | 1.546 | 0 | 1.546 | 101 | 0 | 101 | -1.445 |
Sociale werkvoorziening | 166 | 0 | 166 | 165 | 0 | 165 | -1 |
Totaal | 1.712 | 0 | 1.712 | 266 | 0 | 266 | -1.446 |
In de begroting 2023 was vervanging van de luchtbehandelingsinstallatie geraamd. Deze vervanging heeft vertraging opgelopen en wordt in 2024 uitgevoerd.